4 DECEMBER 1924.
was. Spreker had dit toen in twijfel getrokken, maar nu
blijkt een keer, dat de heer Jorritsma wel goed ge-
zien had.
lDe heer Jorritsma moet dus constateeren, dat de speel-
plaats blijft liggen zooals die nu is.
De heer Dr. Droog zegt, dat daar nu een crediet voor
gevraagd wordt.
De heer Jorritsma zegt, dat het toch niet de bedoeling
van den Raad zal zijn dat crediet te weigeren.
De Voorzitter deelt mede, dat het werk is stop gezet,
omdat een nieuw crediet noodig is.
De heer Dr. Droog zegt, dat als dit crediet wordt toe-
gestaan, de zaak in orde komt.
De heer De Breuk merkt op, dat ongeveer hetzelfde
debaf in de vorige vergadering heeft plaats gehad. Hij
wil graag gelooven, dat sommige posten moeilijk te
ramen zijn, maar dezen keer betrof het toch niet moeilijk
fe ramen posten en hij zou heel graag willen hebben, daf
dcor den dienst van Openbare Werken de ramingen
juister geschieden.
De heer Tromp deelt mede, dat de Financiëele Com-
missie nu eens te beslissen had over gelden, die nog niet
waren uitgegeven. De Commissie dacht weer voor een
voldongen feit te staan. maar nu mocht zij zelfs te voren
bclissen, wat niet vaak gebeurt.
De heer Dr. Droog zegt, dat B. en W. zeker hun best
zullen doen om dergelijke dingen in het vervolg te ver-
mijden en ook door de ambtenaren te doen vermijden.
Hij is het er niet mee eens, dat deze posten gemakkelijk
te ramen waren; vooral als het een school betreft is de
raming niet gemakkelijk. Een huis is veel gemakkelijker
te ramen. Nog pas heeft hij vernomen, dat een centrale
verwarming was aangenomen voor f 85.000.—, terwiji
de hoogste inschrijvingssom f 140.000.bedroeg. Over-
schrijdingen komen wel eens meer voor, en zoo heeft
Wethouder Wibaut 6 miliioen gebruikt zonder dat de
Raad er iets van wist.
De heer Van Unen zegt, dat Amsterdam een heel
leelijk voorbeeld is.
De heer Jorritsma: ,,Ja, Wibaut in Amsterdam heeft
het weer gedaan."
De heer Moolenaar wil den Voorzitter van de Com-
missie voor Openbare Werken een pluim op den hoed
steken, omdat deze steeds op bezuiniging aandringt.
De heer Jorritsma constateert, dat de personen weer
naar voren worden gehaald. De heer Dr. Droog begint
te zeggen, dat Jorritsma zoo'n aardige manier van vra-
gen heeft en hij eindigt met Wibaut.
De Voorzitter zegt, dat Dr. Droog dacht, dat Open-
bare Werken zoo duur was, terwijl men nu zelfs een