4 DECEMBER 1924.
Het ontwerp-besluit luidt:
117. Herziening XXXVIII. Uitbreidingsplan.
Deze herziening wordt ongewijzigd vastgesteld.
X. Overeenkomst exploitatie terrein tusschen Koe-
diefslaan en Adriaan Pauwlaan.
Overeenk. Het ontwerp-besluit met voorloopige akte luiden:
N.V.Grond
h^H '°fUW 111. Bomvplan tusschen Koediefslaan en Adriaan
J Pauwlaan.
De heer Jorritsma heeft hier enkele dingen op aan te
merken. De breedte der geprojecteerde wegen bedraagt
12 M., waarvan e enrijweg van 6 M. en trottoirs vau
3 M.; alleen weg no. 33 krijgt een rijweg van 7 M. en
trottoirs van 4.50 M. Spreker zegt, dat dit wel goedkoop
is, maar als later de rijweg te smal blijkt te zijn, zit de
genreente zelf voor de dure wegen. Hij vindt dit niet in
den haak. Bij voorwaarde 11 wenscht hij op te merken,
dat er eerst staat, dat er zooveel mogelijk Heemsteed-
sche werklieden te werk zullen worden gesteld, terwijl er
later staat, dat deze in overleg rnet cien Gemeente-
opzichter weer kunnen worden ontslagen. Spreker vraagt,
waarom dit niet geschiedt door bemiddeling van de
arbeidsbeurs. Hij vindt het een eigenaardige manier, dat
de Genreente-opzichter die menschen eerst moet aanne-
men en later weer kan ontslaan.
Voorts wijst spreker er op, dat volgens voorwaarde 13
boomen zullen worden geplant op een afstand van
12 M. Hij heeft dit eens in andere straten nagegaan en
gezien, dat de meeste boomen staan op een afstand van
9 M. Spreker zou willen weten, of de Plantsoenen-Com-
missie en de Commissie voor Openbare Werken ook in
dit plan îs gekend. De heele zaak zal struikelen, doordat
een eigenaar weigert mede te werken.
De Voorzitter antwoordt, dat naar zijne meening deze
wegen niet smaller zijn dan noodig is voor het verkeer.
De heer Jorritsma zegt, dat de trottoirs te breed zijn.
De Voorzitter deelt mede, dat trottoirs met boomen
wel minstens 3 M. breed mogen zijn. Ook in het noorden
is dikwijls gebleken, dat de trottoirs te srnal zijn. Een
rijbreedte van 6 en 7 M. kan men voor deze wegen toch
moeilijk te smal vinden.
Wat het te werk stellen van Heemsteedsche werklieden
betreft, deelt spreker mede, dat B. en W. genreend heb-