11 DECEMBER 1924. 270
Volgno. 245 blijft derhalve ongewijzigd.
Bij volgno. 246 vraagt de heer Breed, wat de bedoe-
ling is omtrent de speelplaats aan de Emauslaan. Wordt
deze opgeheven?
De Voorzitter zegt, dat het niet meer de bedoeling is
dit terrein als zoodanig te exploiteeren. Het beantwoordt
niet aan de bestemming, omdat gebleken is dat het alleen
door enkele groote jongens wordt gebruikt. Het terrein
aan den Voorweg blijft dus over.
De heer Breed vindt een bedrag van 300.voor een
speelplaats hoog.
De heer De Wilde zegt, dat deze speelplaats ook wei-
nig gebruikt wordt.
Mevr. Hoekstra vraagt, of er geen ander speelterrein
in het noorden der gemeente is.
De heer Jorritsma zegt, dat het speelterrein aan de
Emauslaan ook niet deugt. 't Ligt 2 voet te laag en lijkt
dikwijls meer op een zwembassin.
Mevr. Hoekstra vraagt, of bij den Leidschevaartweg
niet een geschikte speelplaats is.
De Voorzitter wil dit wel eens onderzoeken.
De heer Tromp zegt, dat de kinderen niet op Bosch
en Vaart behoeven te kornen. Daar worden ze verdreven,
ook als ze niet voetballen.
Mevr. Hoekstra zegt, dat er voor de kinderen uit het
noorden geen gelegenheid is. Zij zou graag willen, dat
er vöôr den zomer een goed terrein is en dat deze zaak
niet op de lange baan wordt geschoven.
De heer Jorritsma vindt f 300.een belachelijk klein
bedrag. Onderhoud gebeurt niet, toezicht is er niet, een
spelleider evenmin. De kleeren liggen op den grond.
Haarlem doet wat; bij de Kleverlaan en ook bij de Bavo
is een lokaliteit om de kleeren op te hangen, ook is er
toezicht, zoodat gezorgd wordt, dat er geen kwajongens-
streken worden uitgehaald. Heemstede doet niets. Alleen
zet men er een bordje „Speelplaats", maar het is altijd
een modderpoel geweest. AIs men zoo iets opricht, dan
moet men ook zorgen, dat het werkelijk een speelplaats
wordt.
De heer Hilterman vraagt, of het de bedoeling is het
terrein aan de Emauslaan nu te bestemmen als bouv/-
terrein.
De Voorzitter zegt, dat het juist niet de bedoeling is
het als bouwterrein te bestemmen.
Mevr. Hoekstra vraagt, of het dan alleen dienst moet
doen als ligplaats voor de sneeuwploeg.
De Voorzitter zegt, dat het weder als weiland wordt
verhuurd om het mooie ruime uitzicht daar te behouden.
De heer De Boer zou den post willen opheffen, vooral
nu de kinderen er toch niet naar toe gaan en het terrein
niet aan het doel beantwoordt.