19 FEBRUARI 1925 29 toen het advies van 3 December 1924 werd uitgebracht, zal de Commissie zich thans bij de hoogere raming neer- leggen. Zij stelt voor het ontwerp-besluit ongewijzigd vast te stellen. De Commissie zou echter, indien blijkt, dat een aan- neemsom voor een buitengewoon werk belangrrijk hooger is dan het geraamde bedrag, ecrst den Raad uitspraak willen laten doen. De heer Jorritsma merkt op, dat hij het advies van de Commisie niet bij de stukken heeft aangetroffen. De Voorzitter deelt mede, dat het stuk er wel bij ge- weest is, maar even vôôr de vergadering is gehaald voor onderteekening door de Commissieleden. De heer Jorritsma zegt, dat omdat hij dit rapport niet heeft gelezen, hij gaarne zou willen weten, welke huizen deze overschrijding betreft. De Voorzitter zegt, dat deze overschrijding betreft het gebouw van Openbare Werken met daarbij behoorende gebouwen. In totaal is een bedrag van f 10.064 over- schreden, waarvoor eene uitvoerige specificatie is over- gelegd. De heer Jorritsma zegt, dat er eerst al strubbeling is geweest omtrent de fundeering. De Voorzitter deelt mede, dat de aanbesteding zelf reeds hooger is geweest dan de raming. Gebleken is, dat na de raming, de steenen belangrijk in prijs waren gestegen. Verder is gebleken, dat nog enkele dingen, die geraamd hadden moeten worden, achterwege waren gebleven. Burgemeester en Wethouders betreuren het ook zeer, dat deze overschrijding heeft plaats gehad, en kunnen de verzekering geven, dat tegenwoordig zeer sterk gelet wordt op voorkoming van overschrijding der begrooting. Het College kan dan ook niet anders zeggen. dan dat het van de Financiëele Commissie heel vrien- delijk is, zich te stellen op het standpunt, dat het geval zich nu eenmaal had voorgedaan vöôr dat hun advies van 3 December was uitgebracht. De heer Jorritsma zal het op prijs stellen, als van gehouden aanbestedingen aan den Raad mededeeling wordt gedaan. De Voorzitter gelooft niet, dat hiertegen bezwaren bestaan. Voorts zegt spreker toe, met het slot van het advies der Financiëele Commissie rekening te zullen houden. Nadat de Voorzitter nog met den heer De Breuk van gedachten heeft gewisseld, om bijv. te bepalen, dat de gunning van een werk slechts mag plaats hebben, als de begrooting met niet meer dan een zeker percenatge is overschreden, kan de heer De Breuk genoegen nemen met de toezegging, dat naar een modus zal gezocht worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1925 | | pagina 17