18 JUNI 1925
95
is nagegaan, hoeveel gemeenten in Noordholland zich
met het voorbereidend onderwijs bezig houden. Het
gering aantal moet een basis vormen voor de afwij-
zing in Heemstede, wat spreker niet kan begrijpen
zoo doorgaande moet zeker eerst heel Noordholland
er voor zijn en misschien ook Noord-Brabant en
Zeeland en heel Nederland. Spreker is van eene andere
meening en zegt zich de moeite te hebben getroost
na te gaan, welk aantal inwoners de plaatsen tellen,
die wel zorg besteden aan het voorbereidend onder-
wijs en zoo is hij tot de conclusie gekomen, dat het
overgroote deel der bevolking van Noordholland wel
voor openbaar voorbereidend onderwijs zorgt. De
plaatsen, die voor voorbereidend onderwijs zorgen,
tellen samen 870900 inwoners, terwijl de plaatsen, die
alleen voor bijzonder voorbereidend onderwijs zorgen,
247800 inwoners tellen. Spreker meent dan ook, dat
Burgemeester en Wethouders, in verband met hun
eigen praeadvies, voor de stichting van eene openbare
school voor voorbereidend onderwijs moeten zijn.
Eene vergelijking met Nibbixwoud en Oudorp alleen
is niet juistmen moet meer de belangrijke gemeenten
in het oog houden.
Spreker wil er verder op wijzen, dat in de raads-
vergadering van 11 December 1924 uitvoerig is ge-
sproken over de toekenning van subsidie aan de bij-
zondere bewaarscholen en toen is besloien hiervoor
een bedrag van f 5500,— uit te trekken. Door het
ongelukkigerwijze verkeerd stemmen van een der
leden werd besloten de oude voorwaarden te hand-
haven. Een openbare school heeft naar sprekers oor-
deel een voorsprong bij het bijzonder stelsel. Wanneer
wij nagaan, dat aan de bijzondere instellingen een
subsidie van f 5500.wordt verleend, beteekent dit
een gekapitaliseerd bedrag van f 110000.Uit het
advies blijkt wel, dat men riiet aan een openbare
school wil. Er wordt in het advies reeds over de
methode „Montessori" gezegd, dat deze zoo reusachtig
duur is, wat naar sprekers meening gevoeglijk achter-
wege had gelaten kunnen worden, daar dit niet is
gevraagd. Spreker is van oordeel, dat dit er bijgehaald
vvordt, omdat de menschen, die van Montessori on-
derwijs hooren en het niet kennen, er toch al tegen
zijn. Spreker zou willen vragen, hoe het College van
Burgemeester en Wethouders aan zoo'n afwijzend
advies is gekomen hij had na de besprekingen daar-
over in de vergadering van 11 December 1924, een
ander advies verwacht. Blijkbaar wil men geen stich-
ting van eene openbare fröbelschool. Dit is zeker niet,
omdat de gemeente financieel te arm is, daarimmers