18 JUNl 1925.
97
is alleen voor meergegoeden. Spreker acht het voor-
bereidend onderwijs niet zoo buitengewoon kostbaar
en zou willen vragen, of Burgemeester en Wethouders
niet bereid zijn hun advies terug te nemen en eerst
eens eene raming willen laten maken voor eene een-
voudige school voor voorbereidend onderwijs.
De heer Van der Erf verklaart zich in beginsel niet
tegen voorbereidend onderwijs. Er bestaat evenwel
een principieel verschil in opvatting over dit onderwijs.
Het Christelijk denkende gedeelte der bevolking is
van oordeel, dat de opvoeding der jeugd in hoofdzaak
een taak is van de ouders, terwijl de niet rechtschen
dit aan de overheid willen overlaten. Het is daarom
zeer wel begrijpelijk, dat de Katholieken en Christelijken
er niet voor zijn, om eene openbare school voor
voorbereidend onderwijs te hebben, doch wel om van
gemeentewege aan eene neutrale schoolvereeniging
steun te verleenen op denzelfden grondslag als aan
de anderen wordt gegeven. Deze mogelijkheid is op
ruime schaal opengesteld en als blijkt dat er behoefte
is aan de stichting van eene neutrale voorbereidende
school, kan daartoe zonder bezwaar worden overge-
gaan. Spreker wil er verder op wijzen, dat als tot
stichting van eene openbare school werd overgegaan,
men dan ook de consequenties moet aanvaarden met
het oog op de gelijkstelling en op billijkheidsgronden
dan ook alle kosten van het bijzonder voorbereidend
onderwijs komen voor rekening van de gemeente.
Dit zou naar sprekers meening te zwaar drukken op
de gemeeentekas en hij verklaart zich hier dan ook
absoluut tegen.
De heer Tromp zegt met genoegen de discussies
over deze zaak te hebben gevolgd en is van meening,
dat de belangstelling van de ouders voor openbaar
voorbereidend onderwijs niet zeer groot is. Het mag
toch zeker geen groote moeite genoemd worden om
handteekeningen te verzamelen. Spreker wil er dan
ook sterk tegen opkomen, dat bevoorrechting zou
plaats hebben door het verleenen van subsidie aan
bijzondere bewaarscholen, omdat dit geheel Iangs
wettelijke voorschriften plaats heeft. Dat de gemeente
niet arm is, blijkt zeker wel uit het feit, dat Oedepu-
teerde Staten goedkeuring hebben gehecht aan het
besluit tot aankoop van „Spaar en Hout" ondanks het
protest daartegen. Naar aanleiding van de opmerking
van den heer De Breuk, of de onderfeekenaars in
staat zouden zijn met eene neutrale vereeniging een
school te stichfen, wil spreker opmerken, dat de bij-
zondere voorbereidende scholen ook in hoofdzaak
door arbeiderskinderen worden bezocht. Bij een neutrale