18 JUNI 1925.
105
Leidschevaartweg niet zeer groot is, althans de zorgen
daaraan laten veel te wenschen over. Spreker zegt
nog, dat men dit niet moet verwarren met de gron-
den van de Vereeniging „Nooit Gedacht", maar dat
hij speciaal op het oog heeft het gedeelte van kwa-
kel tot viaduct.
De heer Dr. Droog zegt als aangevallene, hierop
toch wel iets te willen mededeelen.
Spreker heeft kort geleden informaties ingewonnen
bij bewoners van dezen weg, die juist het omge-
keerde zeggen. Een van deze bewoners, de heer
Zur Muhlen, heeft gezegd, dat de weg nog nooit zoo
goed in orde is geweest als tegenwoordig. Een der
beambten van Openbare Werken heeft er werk van
gemaakt om dit te controleeren en aan spreker is
gerapporteerd, dat bijna geen stof was te zien.
Een paar dagen voor Pinksteren is nog met Chloor-
calcium gesproeid. Spreker moet dan ook den heer
Tromp in het algemeen tegenspreken en er op wij-
zen, dat hij sterk overdrijft. Wat de bestrating betreft
begrijpt spreker niet, dat hierover door den heer
Tromp niet is gesproken bij de behandeling van de
begrooting. Bij de behandeling van de buitengewone
uitgaven is toen niet gezegd om dit te bestraten.
Vanaf de Zandvoortschelaan tot het Viaduct is tot
verbetering overgegaan en de gedane belofte is ver-
vuld. Wanneer bestrating wenschelijk wordt geacht
en dit lijkt spreker niet kwaad, dan kan daarover bij
de behandeling der begrooting worden gesproken.
De heer Tromp verwondert zich niet over dit
antwoord. Spreker wil er dan op wijzen, dat op den
Binnenweg een goede behandeling wordt toegepast
en het sterk naar voren komt in vergelijking hierme-
de, dat de Leidschevaartweg wordt verwaarloosd.
Spreker beweert, dat als bewoners van den Leidsche-
vaartweg verklaren, dat ze geen hinder van stof heb-
ben, dit onjuist is en spreker van de week met nog
4 andere menschen het tegendeel heeft gadegeslagen.
De opmerking om deze aangelegenheid bij de begroo-
ting ter sprake te brengen, acht spreker niet geheel
juist, daar het een zeer oude kwestie betreft.
Mevr. Hoekstra verklaart, dat aan den Leidsche-
vaartweg werkelijk veel last van stof wordt onder-
vonden.
De heer Tromp noemt het een onzinnige verklaring,
dat geen last van stof wordt ondervonden en besluit
inet de uitnoodiging om zelf eens te komen kijken,
daar men dan zeker tot de overtuiging zal komen,
dat de belangen over dit weggedeelte worden ver-
waarloosd.