28 JULI 1925
115
hel stof op andere wijze dan door waterbesproeiïng
te bestrijden, zou spreker er meer voor gevoelen dezen
wagen uitsluitend voor het ledigen van putten te be-
stemmen en dan een anderen wagen van wat eénvou-
diger systeem voor wegbesproeiïng aan te schaffen.
Spreker kan voor deze combinatie niet veel gevoelen
en acht dit niet hygiënisch.
De Voorzitter zegt, dat in het advies van Burge-
meester en Wethouders voor jaarlijksche kosten een
bedrag is genoemd van f3600.—daaronder is dan
echter de bediening niet begrepen, zoodat het bedrag
moet zijn f 5720.
De heer Jorritsma zegt in tegenstelling met het ge-
sprokene door den heer De Breuk dit bezwaar niet
te voelen. Spreker kan zich er evenwel niet mede
vereenigen, dat het water uit dezelfde slooten, waarin
de riolen uitloozen voor wegbesproeiïng wordt gebe-
zigd. A1 meer en meer blijkt de overbodigheid van
putten door het vele gebruik van closets, maar daar-
door komen de faecaliën meer direct in de openbare
wateren. het is spreker niet duidelijk, dat vermeerde-
ring van personeel zou moeten plaats hebben, als er
een nieuwe slangenwagen bij zou komen en niet tot
aanschaffing van een automobiel zou worden overge-
gaan, terwijl spreker nooit voor het gebruik van sloot-
water zou zijn
De heer Tromp zegt, dat hij er zich over verheugde,
toen hij las, dat tot de aanschaffing van een automo-
biel werd geadviseerd. Bij verdere lezing heeft hij
evenwel gezien, dat dit iets anders is dan hij destijds
bedoelde. Zijn bedoeling was een werkwagen. het
zou hern aangenaam zijn geweest, als bij wijze van
proef voor den gemeentedienst tot aanschaffing was
overgegaan, daar volgens zijn berekening hiermede
belangrijke voordeelen zijn te bereiken. Spreker hoopt,
dat hieraan nog eens aandacht zal worden geschon-
ken. Voorts merkt spreker op, dat het tegenwoordige
systeem van ledigen der beerputten niet passend meer
is voor eene gemeente als Heemstede. Spreker kan
het bezwaar van den heer De Breuk niet deelen en
wanneer er gesproken wordt, dat het sproeien uit de
mode raakt, wil spreker er toch op wijzen, dat het
op den Leidschenvaartweg nog erg kan stuiven.
Voorts zou het gebruik van beerputten volgens het
oordeel van den heer Jorritsma niet meer noodig zijn,
maar wanneer dit zoo is, dat zou ook de aanschaffing
van een faecaliënwagen overbodig zijn. Spreker zag
dit gaarne wat meer duidelijk gemaakt.
De heer Hilterman zegt, als lid van de Commissie
voor Openbare Werken, er op uit geweest te zijn om