97 26 NOVEMBER 1925. 2. Indien verzekerden Iagere uitkeeringen van hunne werkloozenkassen of vereenigingen genieten, dan zij ingevolge deze steunregeling van gemeentewege zou- den kunnen ontvangen, dan kan hun dit mindere bijbetaald worden. Artikel 7. Van de inkomsten, zoo van den ondersteunde zelf, als van de leden van diens gezin, wordt 2/3 in min- dering gebracht op zijn steun, vastgesteld volgens de in artikel 6 genoemde normen. Artikel 8. Le steun aan gehuwden en ongehuwde kostwinners mag mmmer meer bedragen dan 60 pCt. en aan kost- gangers met meer dan 55 pCt. van het loon, dat ge- lijksoortige arbeiders gedurende de laatste zes volle weken van 48-urigen arbeid gemiddeld per week verdienen. Artikel 9. De toegekende stïun wordt in 't algemeen uitge- keerd door tusschenkomst van den penningmeester van de Werkloozenkas of van den correspondent van vereeniging, waarbij de verzekerde is aangesloten m bijzondere gevallen kan de uitkeering geschieden op andere door Burgemeester en Wethouders te be- paien wijze. Artikel 10. De steun zal worden ingehouden a. indien door den werklooze, die voor steun in aanmerking komt, geene, onvolledige of onjuiste in- hchtingen worden verstrekt, omtrent het inkomen van den ondersteunde of van de overige leden van het gezin b Indien de werklooze nalaat er voor te zorgen dat hij als werkzoekende bij den correspondent voor

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1925 | | pagina 15