100 26 NOVEMBER 1925.
Begrootingen voor 1926.
RAPPORT VAN DE FINANCIEELE COMMISSIE.
Aan den Raad.
fVij hebben de eer U mede te deelen, dat onze
Commissie in hare vergadering van 11 dezer heeft
behandeld de gemeentebegrooting voor het dienstjaar
1926, benevens de begrootingen voor 1926 voor het
Burgerlijk Armbestuur, het Gasbedrijf, het Duinwater-
bedrijf, het Eleclriciteitsbedrijf, het Grondbedrijf, den
Reinigingsdienst en het Bedrijf van Openbare Werken.
De Commissie wenscht zich te beperken tot onder-
staande opmerkingen en vragen, welke gerezen zijn
omtrent de verschillende posten.
Gemeentebegrooting.
Bij post 180, rente van geldleeningen, vestigt de
Cornmissie er de aandacht op, dat na 1 December
1926 conversie mogelijk is van de 7 pCt. geldleening
1920. Vertrouwd wordf, dat pogingen zullen worden
aangewend het restant dezer leening tewen lageren
rentevoet geplaatst te krijgen.
Post 194. jaarwedden politie.
Na vergelijking van de salarissen van het politie-
personeel in deze gemeente met de salarissen, welke
aan datzelfde personeel in omliggende gemeenfen met
eenzelfden levensstandaard worden verleend, is de
Commissie tot de overtuiging gekomen, dat 'de sala-
rissen, welke door onze gemeente worden uitgekeerd
buitengewoon hoog moeten worden geacht. De Com-
missie zou daarom reeds nu, in verband met het
voorstel om het corps met 1 man uit te breiden, willen
bepaald zien, dat deze op een lager salaris zal worden
aangesteld. Bovengenoemde vergelijking heeft de Com
missie er toe geleid voor te stellen voor dezen agent
het salaris te bepalen op f 1950—f 2250, het maximum
te bereiken met zes eenjaarlijksche verhoogingen van
f50.—Uitgetrokken kan dus worden f 1950.— in de
ANTWOORD VAN BURGEMEESTER
EN WETHOUDERS.
Aan den Raad.
Bij de behandeling van de gemeentebegrooting voor
het jaar 1925 is door ons toegezegd dat, na de be-
handeling van de verschillende begrootingen voor
1926 door de Financieele Commissie, haar rapport
met ons antwoord aan den Raad zou worden gezonden.
Gevolg gevende aan die toezegging bieden wij U
hierbij het bedoelde rapport aan. Omtrent de ver-
schilende door de Commissie naar voren gebrachte
punten wenschen wij het volgende te antwoorden.
Gemeentebegrooting.
Volgno. 180. Flet is aan ons nief ontgaan, dat nâ
1 December 1026 conversie mogelijk is van de 7 pCt.
geldleening 1920 en hieraan wordt zeer zeker, even-
als aan mogelijke conversie van andere geldleeningen
aandacht geschonken. Te zijner tijd zullen hiervoor
voorstellen aan U worden gedaan.
Volgno. 194. Wij kunnen ons niet vereenigen
met het voorstel van de Financieele Commissie om-
trent de faarwedde van den nieuw aan te stellen agent
omdat het bezwaar zal meebrengen, dat één agent
dan lager zal worden bezoldigd dan de reeds in func-
tie zijnde agenten, terwijl toch door allen dezelfde
dienst moet worden gedaan.
Wij zouden daarom het door ons voor bedoelden
agent uitgetrokken bedrag gehandhaafd wenschen te
zien.
Wat betreft de uitnoodiging om tegen den tijd
dat de Gemeente-begrooting voor 1927 zal worden
ingediend, met eene geheel nieuwe salarisregeling
v°or het politiepersoneel te komen, hebben wij de
eer U mede te deelen, dat wij ons thans niet wen-
schen te binden tot het doen van zoo'n voorstel,