26 NOVEMBER 1925
199
spreker, laat de menschen, die het kunnen verdienen
niet onder het loon werken, terwijl het toch niet
aangaat, dat als men b v. een horlogemaker wil helpen
en aan grondwerk zet, dat men dan aan dezen het-
zelfde loon zou nioeten uitbetalen, als aan een in het
grondwerk bekwaam werkman. Spreker vreest, dat
men dan weer dezelfde ellendige toestanden krijgt,
als bij de werkzaamheden aan het grotstuk en dat
bederft het voor de goede werkkrachten. Niet gaarne
zou ik iu de plaats staan van dien boer in de Haarlem
mermeer, vervolgt spreker, om de menschen te nemen
die niemand meer wil hebben, Spreker is van oordeel,
dat deze theorie in de praktijk niet is vol te houden,
De Voorzitter vraagt nog nader naar de bedoeling
van den heer Tromp omtrent aftrek van gezinsinko-
men.
De heer Tromp zegt, dat zijn bedoeling is, de eerste
f.20.- gezinsinkomen voor aftrek vrij te laten en daar-
na 2/3 in mindering te brengen van het meerdere
dan dit bedrag. Spreker zegt zich sterk te moeten
verzetten tegen verandering in de helft.
De heer Jhr. van de Poll, Wethouder, zegt nog
even te willen antwoorden op een opmerking van
den heer Van der Erf, omtrent klachten en wilde
daarover alleen zeggen, dat geen klachten zijn ver-
nomeii door Burgemeester en Wethouders. Over de
controle is reeds voldoende gesproken, meent spreker
en acht het dus niet noodigdaarop verder in te gaan.
Met de opmerking van'den heer De Boer over de
opname van de bepaling van „in dat vak geldend
loon,' kan spreker zich volkomen vereenigen. Wanneer
men bedenkt, dat de menschen in een geheel ander
vak aan het werk worden genomen, gaat deze theorie
niet op, zegt spreker.
De Voorzitter zegt verder, dat personen, die hier
als werkloos staan ingeschreven ook in Haarlem
staan ingeschreven, en deelt mede, dat daaromtrent
eene regeling is getroffen, waarvoor een vergoeding
aan Haarlem wordt betaald van 1 cent per inwoner.
De heer Jhr van de Poll, Wethouder, zegt nog
vergeten te hebben, den heer Hilferman te antwoor-
den en merkt op deze adressen niet te hebben ge-
noemd, omdat de vertegenwoordigers van die bonden
in de Werkloosheidscommissie zitting hebben en op
deze wijze alle gelegenheid hebben gehad die belan-
gen fe behartigen.
De heer Jorritsma verzoekt in derde instantie het
woord te mogen voeren
De meerderheid van den Raad is daar evenwel
tegen, alleen de heer De Boer stemde hier voor.