17 DECEMBER 1925
263
van het voorstel willen zien.
De heer Jhr. Van de Poll, Wethouder zegt dat een
voorbeeld is aangehaald van een gezin van 4 kinderen,
die ieder f 7, - verdienen en dat in een dergelijk
geval de uitkeering volgens het voorstel der Commissie
het meest voordeelig zou zijn.
Spreker wil evenwel een ander geval aan de praktijk
ontleend naar voren brengen en dat betreft dan een
gezin van man, vrouw en 9 kjnderen, waarvan een
der kinderen f 8,verdient en een ander kind f 4,
Volgens de bestaande regeling wordt aan dit gezin
uitgekeerd f 8,5 (f 16,50 2/3 vanfl2,Volgens
het voorstel van den heer Van der Erf wordt uitge-
keerd f 10,50 (f 16.50L$ van f 1 1,en volgens
het voorstel der Werkloosheids Commissie f lu7
16.50 2/3 van f 8. Spreker herhaalt, dat
het verschil niet van beteekenis is en de toe-
passing van de voorgestelde regeling het meest ge-
makkelijk is, terwijl het voorstel der Werkloosheids-
commissie zeker tot eigenaardigheden zal leiden.
De Voorzitter zegt dat door den heer Jorritsma is
gevraagd maar de juiste redactie van het voorstel der
Werkloosheidscommissie. Hierop wordt door den
Voorzitter voorgelegen het slot van het advies der
Commissie luidende: De punt achter „normen" te
veranderen in een komma en daarna te laten volgen:
met dien verstande, dat weekloonen niet meer
bedragende dan 7 gulden buiten beschouwing blijven".
Burgemeester en Wethouders daarentegen stellen zonder
meer voor 2/3 te wijzigen in de helft.
De heer De Boer zegt, dat hij zonder dat liij iets
van de zaken afweet, bïindelings zou zijn meegegaan
met het advies der Werkloosheidscommissie, omdat
alle raadsleden altijd vol bewondering zijn geweest
over het werk der Commissie. Als hij dan ook nu
zijn stem niet aan het voorstel der Commissie kan
geven, is dat omdat eene vergissing is begaan, die
allicht nu niet meer is te herstellen.
De heer Jorritsma merkt op, dat jongens, die 18 jaar
oud zijn, zich zelf kunnen verzekeren en gevoeglijk
buiten beschouwing kunnen worden gelaten. Het
voorbeeld der Werkloosheidscommissie is er naar
sprekers meening naast.
De Voorzitter zegt, dat dit geen voorbeeld is van
de Werkloosheidscommissie, maar dit op de secretarie
is uitgewerkt aan de hand van de praktijk.
De heer Tromp zou ten slotte nog de aandacht
willen vestigen op artikel 8, waarmede men altijd in
de hand heeft dat de uitkeering niet te hoog komt.
De Voorzitter gelooft, dat deze zaak nu ruim is
besproken en brengt het voorstel van Burgemeester
en Wethouders in stemming.