25 FEBRUARI 1926.
54
VII
Verbree-
ding
overweg
spoorbaan
Zandv I.
De Voorzitter zegt dank voor de vriendelijke woor-
den gericht aan het adres van Openbare Werken.
Het voorstel wordt vervolgens zonder hoofdelijke
stemming ongewijzigd vastgesteld.
VII Verbreeding overweg spoorbaan inde Zandvoort-
schelaan.
Het advies met ontwerp-besluit luiden als volgt
16. Verbreeding overweg spoorbaan in de
Zandvoortschelaan.
De heer Baron van Hardenbroek merkt op, dat er
wel wordt gezegd, dat de Spoorwegmaatschappij niets
wil doen, maar spreker zou willen vragen, wat staat
er in de concessie. De weg was er toch al lang voor
de spoorbaan is aangelegd. hierom zou spreker willen
vragen, is uit de oude vergunning niets te distilleeren
om ze wat vriendelijker te stemmen.
De heer Or. Droog, Wethouder, zegt, dat het
Gemeentebestuur aanvankelijk van dezelfde opinie was
en vandaar ook eerst dat standpunt in Utrecht heeft
bepleit Het maken van den bestaanden overweg is
een quaestie van 40 50 jaren geleden. De Spoorweg-
maatschappij heeft zich op het standpunt gesteld, dat
zij geen enkel belang heeft bij de verbreeding van
dezen overweg.
De heer Baron van Hardenbroek zou hier toch nog
even op terug willen komen, daar hij zelf dergelijke
ervaringen heeft met overwegen. Hij weet, dat men
dit antwoord altijd persé krijgt bij de Spoorwegmaat-
schappij, als men daarover schrijft of spreekt. Spreker
zou daarom in overweging willen geven eerst nog
eens in de archieven ie gaan pluizen en te probeeren
daar iets te vinden. Men tapt wel eens uit een geheel
ander vaatje, als men in de oude concessie bepalingen
leest.
De Voorzitter deelt mede, dat de weg vroeger be-
hoorde aan de Commissie tot Beheer van den straat-
weg naar Zandvoort.
De heer Baron van Hardenbroek zegt, dat daarvan
toch oude papieren zijn en het een wonder zou zijn
als daar niets in te vinden was. Het blijkt meermalen,
dat de houding van de spoorwegmaatschappij niet
juist is, wat spreker ook wel in andere functie heeft
ondervonden. Wanneer men vraagt om wijziging van
bepaalde treinen, begint men al met zich daartegen
te verklaren en dit af te wijzen. Ook voor de over-
wegen stelt men zicli op een zeer scherp juridisch