15 25 FEBRUARI 1926. Enkele bestrating van den rijweg komt ons in ver- band met het steeds toenemend verkeer aidaar onvol- doende voor, terwijl alsdan een gevaarlijke verkeers- weg zou blijven bestaan. Hierom is nagegaan, op welke wijze uitvoering gegeven zou kunnen worden aan het vroeger inge- diende plan van de Tramweg Maatschappij, waarbij beide framsporen, afgescheiden van het gewone wegdek aan de Oostzijde van den weg zouden zijn gelegd. Dit plan heeft toen verder de basis gevormd van de besprekingen. Voor het verkrijgen van eene goede verkeersrege- iing bleek het omieggen van de trambaan naar ééne zijde de eenige juiste oplossing De Tramweg Maatschappij is bereid de kosten van de spooromlegging en die voor verplaatsing van de bovenleiding voor eigen rekening te nemen, alsmede het plaatsen van een hekje tusschen het tramspoor en het onmiddellijk ten westen daarvan te maken voet- pad. Mocht het profiel van dsn weg zoodanig wor- den verhoogd, dat ook de tramsporen hooger moeten kornen, dan zal het voor verhooging van de trambaan benoodigde zand door en voor rekening van de Tramweg Maatschappij worden aangevoerd, terwijl zij eveneens, voor zoover noodig, tot plaatsing van eene grondkeering tusschen de trambaan en het jaagpad langs de Leidschevaart zal overgaan. Na gereedkoming van liet werk zullen alleen de trambaan met hetgeen daartoe behoort, hetgenoemde liekje tusschen trambaan en voetpad, alsmede de eventueel te maken grondkeeritig en ook de schoeiïng langs de Leidschevaart door de Tramweg Maatschappij worden onderhouden. De bedoeling is mitsdien dat voor zoover dit moge- lijk is langs den Leidschevaartweg een afgesloten vrije baan zal komen. Dit zal kunnen gebeuren vanaf de reniise tot even voor het punt, waar de trambaan naar litt viaduct ombuigt. Vanaf de Schouwtjesbrug tot aan de remise ont breekt de ruimte voor het maken van een vrije baan en zal alleen kunnen worden overgegaan tot omleg- ging van de tramsporen met het aanbrengen van tusschenbestrating. L)eze bestrating tusschen en naast de tramsporen zal door de gemeente moeten worden gemaakt en onderhouden, met dien verstande, dat indien vanwege de Tramweg Maatschappij wordt overgegaan tot het opbreken van bestrating voor herstelling van het spoor als anderszins, de kosten voor het herleggen van de bestrating voor rekening der Maatschappij zullen komen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1926 | | pagina 14