16
Verbreeding overweg
spoorbaan in de
Zandvoortsehelaan.
25 FEBRUARI 1926.
Aan den Raad.
In ons praeadvies van 10 September 1925, opge-
nomen in raadsstuk no. 75 van dat jaar, deelden wij
mede, dat onder de geraamde kosten voor het maken
van een brug in de Zandvoortschelaan over de Leid-
schevaart niet waren inbegrepen de kosten verbonden
aan verbreeding van den spoorwegovergang tot 15
Meter, waaromtrent met de Directie van de Ned.
Spoorwegen nog werd overlegd. Verder spraken wij
in dat praeadvies reeds het vermoeden uit, dat de
vereischte medewerking wel zal worden verleend, of-
schoon de kosten daarvan geheel door de gemeente
zullen moeten worden gedragen. Dit vermoeden is
bewaarheid en de Spoorweg Maafschappij bereid be-
vonden de noodige medewerking te verleenen voor
het tot stand komen van deze verbreeding. De Maat-
schappij stelt zich evenwel op het standpunt, dat zij
bij de verbreeding van den overweg geen enkel belang
heeft en mitsdien niet bereid is daarvoor zelf kosten
te maken.
Volgens berekening van de Directie van de Ned.
Spoorwegen zullen de kosten verbonden aan het maken
van deze verbreeding met alle daaruit voortvloeiende
werkzaamheden f 7300.bedragen, terwijl nog een
bedrag van f 4700.noodig wordt geacht voor door
de gemeente uit te voeren werken aan weerszijden
van dien spoorwegovergang. De aan de Spoorweg
Maatschappij te leveren materialen zijn onder laatsl-
genoemd bedrag inbegrepen.
Bovendien werd oorspronkelijk door de Directie
van de Ned. Spoorwegen een bedrag van f 9000.
gevorderd als vergocding voor meerdere kosten van
onderhoud en periodieke vernieuwing aan bestratingen,
sporen, keerbalken, seinhuisje, sluitboomen met be-
wegingsinrichtingen en trekdraadgeleidingen. Hierte-
gen hëbben wij ons zooveel mogelijk verzet, doch
de Directie van genoemde Maatschappij heeft er zich
bij de gehouden besprekingen op beroepen, dat deze