14 Verbetering Rijksweg Haarlem-Bennebroek. 25 FEBRUARI 1926. Aan den Raad. Het ligt in het voornemen van het Rijk om overte gaan tot verbetering van den rijksstraatweg Haarlem- Bennebroek. Deze verbetering zal bestaan in het aan- brengen van eene 6 Meter breede asfaltverharding bestemd voor rijweg met ter weerszijden daarvan met klinkers bestrate rijwielpaden ter breedte van 3 Meter, terwijl daarnaast een berm van 1 Meter is gedacht. Wij twijfelen er niet aan, of deze verbetering zal de volle instemming hebben van Uwe Vergadering. Op 18 December j.l. heeft reeds eene aanbesteding plaats gehad voor de verbetering van een gedeelte van dezen weg over een lengte van ongeveer 1 K.M. vanaf Hertometerpaal 405 nabij de Van Oldenbarne- veltlaan tot het einde van den weg bij het Wester- houtpark en het is de bedoeling, dat in het voorjaar met de uitvoering van dit werk wordt begonnen. Voor de uitvoering van deze werkzaamheden is medewerking verzocht van de gemeente. Verzocht is, om te bevorderen, dat de benoodigde aan de gemeente behoorende grondstrooken ter be- schikking van het Rijk worden gesteld en een aantal boomen worden gerooid. Verder is gevraagd te willen nagaan, welke in den weg liggende leidingen dienen te worden verlegd. Wij hebben hierover het advies ingewonnen van den Gemeente-Opzichter en den Directeur der gemeente Gas-, Duinwater- en Electriciteitsbedrijven. Uit deze adviezen is ons gebleken, dat voor de uitvoering van het gedeelte, dat het eerst onder handen zal worden genomen aan de Westzijde van den liee- renweg tusschen de grens van de gemeente Haarlem en de Uit den Boschstraat, 7 stuks iepen gerooid zullen moeten worden, terwijl aan de Oostzijde van den Heerenweg nabij de Emauslaan 1 iep en 4 linden zullen moeten vallen. Tusschen de Emauslaan en de Van Oldenbarneveltlaan zullen aan de Oostzijde van den Heerenweg 13 stuks iepen moeten worden gerooid. De Plansoenencommissie kan zich er mede veree- nigen, dat voor de wegverbetering deze boomen wor-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1926 | | pagina 9