23
Voorschot kosten instand-
houding Bijzondere School
aan de Molenwerfslaan
25 MAART 1926.
De Raad der Gemeente Heemstede
Gezien de aanvrage van het R. K. Kerkbestuur van
den H. Bavo te Heemstede, om voorschot op de
gemeentelijke vergoeding overeenkomstig art. 101 der
Lager Onderwijswet 1920, ten behoeve van de Bij-
zondere Lagere School, Molenwerfslaan, voor het
jaar 1926
Overwegende, dat terzeifder zake voor de overeen-
komstige openbare lagere school in deze gemeente
over het dienstjaar 1924 volgens de gemeenterekening
per leerling is uitgegeven een bedrag van f 15.48
dat het getal leerlingen der genoemde school in
het afgeloopen jaar volgens art. 28, 7e lid der wet
bedroeg 164 en naar dit getal en bovenvermeld be-
drag per leerling de vergoeding zou bedragen rond
f 2538,—
dat het schoolgeld van deze school in de gemeen-
tekas wordt gestort
dat volgens het bepaalde in art. 103, 3e lid der
Lager-Onderwijswet 1920 het voorschot ten hoogste
80 pCt. van laatstgenoemd bedrag of ten hoogste
f 2030.mag bedragen
Gelet op de artt. 101 en 103 der Lager Onderwijs-
wet 1920, alsmede op de artt. 13 en 14 van het Kon.
Besiuit van 4 September 1923, Staatsblad no. 432;
BESLUIT
I. Het bedrag van het voorschot vast te stellen op
f 2030,—
II. Te bepalen, dat de uitbetaling van het voorschot
zal geschieden ten kantore van den Gemeente-Ontvan-
ger, in vier termijnen, vervallende 1 April, 1 Juli,
1 October en 31 December 1926.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van den 25
Maart 1926.
De Secretaris,
De Voorzitter,
