r
28 25 MAART 1926.
Bijlage C.
In afwijking van het vorenstaande wordt aan Bur-
gemeester en Wethouders opgedragen zooveel moge
lijk te bevorderen, dat op hoekterreinen en aan de
Westzijde van weg no. 501 de bebouwing zal plaats
hebben zooals op de teekening is aangegeven.
Burgemeester en Wethouders kunnen voor hoek-
terreinen en voor onregelmatig begrensde terreinen
in bijzondere gevallen afwijking toestaan van de be-
palingen volgens de kolommen 7, 8 en 9 der voren-
staande omschrijving.
In bijzondere gevallen zuilen Burgemeester en Wet-
houders verder afwijkingen van ten hoogste 1 M.
voor de bepalingen volgens die kolommen mogen
toestaan, wanneer die eene goede exploitatie niet in
den weg staan.
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing
verleenen van den in de kolommen 7, 8 en 9 bedoel-
den afstand voor lage uitbouwtjes, zooals erkers, por-
tieken van deuren en dergelijke, alsmede voor schuur-
tjes, garages en prieeltjes, die niet hooger zijn dan 3
Meter en waarvan de plaats en constructie door hen
moet worden goedgekeurd.
Burgemeester en Wethouders kunnen in bijzondere
gevallen afwijking toestaan met eene woning van het
in kolommen 10 tot en met 13 genoemd grootste
aantal aaneen te bouwen woningen.
De indeeling der wegen in rijstraat, trottoirs, rijwiel-
pad enz. wordt door Burgemeester en Wethouders
geregeld.
De straal der afronding op de hoeken van wegen
zal ten minste 10 Meter moeten bedragen.
Behoort bij raadsbesluit van 25 Maart 1926, no. 28.
De Secretaris,
De Voorzitter,
mm—rnm