15 APRIL 1926.
82
Spreker meent, dat het juist de bedoehng is, hiervan
veel gebruik te maken als het weer dit toelaat en hij
gelooft, dat er met een beetje goeden wil wel een
weg kan worden gevonden om tot beharding van het
Soolplein over te gaa„. Spreker stelt e.ch n.et op
het standpunt van den heer Van Unen, doch zou als
het eenigszins mogelijk was graag willen helpen. Hel
schoolbestuur heeft te kampen met financieele moei
liikheden en spreker zou gaarne medewerken om
dezen toestand te verbeteren, zoodat hij zou willen
voorstellen om alsnog aan deze aanvrage tegemoet te
k°DeVoorzitter zegt, naar aanleiding van de opmer-
king gemaakt door den heer Van der Erf als z©u het
schoolbestuur de bedoeling hebben meer dan ei kel
dagen van dit terrein gebruik te willen maken voor
lichamelijke oefeningen, dat hij dit met in de toelic -
tina van het Bestuur zeif heeft kunnen lezen. Uit de
aehouden bespreking met het schoolbestuur is ook
gebleken, dat het de bedoeling is, dat men met warm
weer des zomers naar buiten wil. Als de wet het met
toestaat, is het zeer gevaarlijk om daarvan dani toc
maar af te wijken hierdoor zou men vooral bij
toepassing van de Onderwijswet, in hachelijke om-
standigheden kunnen konien. Als men de gevraagde
gelde.r zou gaan verstrekken zou worden afgeweken
van den rechten weg. Uit het voorstel blij
voorgesteld alle andere gevraagde gelden toetestaan,
doch spreker blijft van meening, dat voor de verbe-
tering van de speelplaats geen gelden mogen worden
beMevr.bDe Voogt informeert, als het Bes<"lJr deze
aanvrage wil doorzetten, of Gedeputeerde Staten het
dan ook zullen weigeren. inn.n
De Voorzitter antwoordt, daarop met te kunnen
vooruitloopen met eenige mededeeling. Het Bestuur
heeft het recht van eene genomen beslissing in beroep
Mevr. Hoekstra vraagt, of niet kan worden gehol-
pen met een renteloos voorschot.
De Voorzitter deelt mede, dat hij ook dat zou ont-
raden, het is toch ook een soort helpen. Elk punt,
dat niet toelaatbaar is, dient te worden uitgesloten.
Nu kan men dit met een mooie beweging wel goed
praten, maar het zou zijn een aantasting van de wet.
De heer Hilterman had gedacht, dat het wel zou
gaan om te helpen door de entree naar de school
te verbeteren, maar is het er inede eens, dat dit vol-
gens art. 5 der Lager Onderwijswet met kan.
De heer Tromp zegt, dat de gemeente îs begonnen