15 APRIL 1926.
79
vervallen die gelden alsnog te vergoeden. Voorts wijst
spreker er op, dat een groot gedeelte van het jaar
voor lichamelijke oefeningen hiervan geen gebruik kan
worden gemaakt. In den winter niet en ook niet bij
warme dagen in den zomer. Spreker kan zich dan ook
geheel vereenigen met het voorstel van Burgemeester
en Wethouders.
De heer Baron van Hardenbroek kan zich in hoofd-
zaak met het betoog van den heer De Boer vereeni-
gen, waar naar sprekers meening een goede draad
doorloopt. Een deel van het terrein betegelen, lijkt
ook spreker de beste oplossing, daar voor algeheele
verbetering het terrein te groot is. Spreker meende,
dat door den Raad maar ja en amen moest worden
gezegd op dergelijke aanvragen volgens dewet. Waar
toevallige omstandigheden dit terrein erg droog ma-
ken, n.I het zakken van het water naar de Haarlem-
mer'meer, komt het spreker wenschelijk voor hier wat
zwarten grond met gras aan te brengen en een ge-
deelte te betegelen. In hoeverre dit volgens de wet
kan, daarin verdiep ik me maar niet meer, vervolgt
spreker. Eenige verbetering lijkt wel wenschelijk en
dit zou eene oplossing zijn.
De heer Van Unen deelt mede, ook zijn standpunt
over deze zaak in het kort te willen uiteenzetten.
Spreker zegt, er zoo voor te staan, dat hij niet kan
vinden, dat de riieuwe onderwijswet zich beperkt tot
bijzonder geringe eischen voor de bijzondere scho-
len. Van tijd tot tijd hebben die ook hier heele be-
dragen gevorderd, doch daaraan kan nu eenmaal niets
gedaan worden.
Spreker merkt op, dat men hieruit volstrekt niet de
conclusie moet trekken, dat in Heemstede misbruik is
gemaakt van deze wet, maar waar de wet, die zeker
niet schraal is geweest, deze verplichting niet oplegt,
meent spreker uit respect voor die wet niet voor het
verzoek te mogen stemmen. Men mag aannemen, dat
dit geva! bewust niet in de wet is opgenomen en
het zou mitsdien onjuist zijn het verzoek wel toe te
staan.
Een andere kwestie is evenwel, als het schoolbestuur
tot verbetering wil overgaan en het daarvoor benoo-
digde geld tot een bedrag van f 1500.f 1700.
niet mocht hebben, daarbij van gemeentewege hulp
te verleenen. Spreker zou er in dit geval voor kunnen
gevoelen een tusschenweg te bewandelen en dat Be-
stuur willen helpen, door dit bedrag als renteloos
voorschot te verstrekken, met de bepaling dit bedrag
in gedeelten gedurende een bepaald aantal jaren terug
te betalen. Op deze manier zou de Vereeniging over
het doode punt zijn heen te helpen.