15 APRIL 1926. 81 gebruikt voor lichamelijke oefeningen vervolgt spreker. Nu kan men zich stellen op een standpunt van ge- voelskwestie of billijkheid, doch men heeft rekening te houden met hetgeen wettelijk is bepaald. Spreker wil er in dit verband op wijzen, dat art. 5 der Lager Onderwijswet voorschrijft, dat aan bijzondere scholen voor gewoon- en uitgebreid lager onderwijs, door de gemeente geen geldelijke bijdragen of andere onder- steuning middellijk of onmiddellijk mag worden toe- gekend, dan in de gevallen en onder de voorwaarden, in de wet genoemd. Men dient zich dus op het stand- punt te stellen het rnag of het mag niet volgens de bepaling der Lager Onderwijswet. Het door den heer Baron Van Hardenbroek ingenomen standpunt is dan ook niet juist, er moet met laatstgenoemd artikel der Lager Onderwijswet rekening worden gehouden, dit is zeker fataal. Voor gebruik als entree en om aesthe- thische redenen kan het verzoek niet worden inge- willigd. Verder wordt gesproken van hygiênische redenen, doch. ook hiervoor is geen zorg aan den Raad opgedragen. Als hiermede een fout is gemaakt, mag dit niet aan den Raad worden verweten, maar eerder aan het Bestuur der school. Wanneer het Be- stuur dit continueert wegens financieele omstandighe- den, valt dit te betreuren, maar de gemeente treft hier geen verwijt. AIs hierin verbetering moet worden gebracht door deze geheel van de gemeente cadeau te krijgen of met gecamoufleerde redenen daarvoor gelden beschikbaar te stellen, lijkt het spreker, dat de gemeente een fatalen weg opgaat. Spreker zou dan ook ontraden deze gelden uit een gevoel van billijk- heid toe te staan. Bovendien, vervolgt spreker, moet het gevoel van gelijkstelling niet zoover uitgebreid worden, dat wanneer de eene school een speeiplaats heeft, de andere ook zoo'n speelplaats moet hebben of wanneer de een koperen knoppen heeft de ander die dan ook moet hebben of laat veranderen. Het schoolbestuur ontvangt van de gemeente een vergoe- ding van 5:j pCt. der geschatte waarde van ziju bezit, terwijl eveneens jaarlijks een bedrag voor onderhoud wordt uifgekeerd, berekend volgens de Lager Onder- wijswet en waaruit men vrijheid heeft deze kosten te betalen. Op grond van een en ander moet spreker dan ook ernstig ontraden dit gedeelte van het verzoek van het schoolbestuur in te willigen. De heer Van der Erf zegt, dat bij het gehouden betoog heel sterk naar voren is gebracht, dat maar enkele warme dagen van dit terrein gebruik zal wor- den gemaakt voor lichamelijke oefeningen, doch ge- looft niet, dat dit de bedoeling is van het schoolbestuur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1926 | | pagina 9