48
3e. Wijziging Algemeen
Ambtenarenreglement.
20 MEI 1926.
Aan den Raad.
In art. 7 van het Algemeen Reglement voor de
Ambtenaren in dienst dezer gemeente komen bepa-
lingen voor betreffende de uitkeering van een gedeelte
der wedde aan de vaste ambtenaren, die in militairen
dienst moeten komen. Krachtens dit artikel wordt aan
hen, die gehuwd zijn of weduwnaar met één of meer
kinderen beneden 16 jaren, uitgekeerd 90 pCt. der
wedde. Aan ongehuwden of weduwnaars zonder kin-
deren beneden 16 jaren wordt 20 pCt. der wedde
uitgekeerd. In beide gevallen wordt die uitkeering
verminderd met de uitkeering, welke uit 's Rijks kas
aan het gezin wordt toegekend.
Een speciale regeling voor kostwinners, die in
militairen dienst moeten komen, is dus niet getroffen.
Deze vallen als ongehuwden in de termen voor eene
uitkeering van 20 pCt. der wedde.
De Afd. Heemstede van het Nationaal Verbond van
Gemeente-Ambtenaren heeft naar aanleiding daarvan
verzocht te bevorderen, dat genoemd art. 7 zoodanig
wordt aangevuld, dat eene utikeering zooals aan ge-
liuwden of weduwnaars met kinderen beneden 16
jaren wordt verstrekt, ook kan worden verleend aan
ten kostwinner van een gezin. Wie als kostwinner
kan worden beschouwd, zou zij dan voor elk geval
door ons College willen laten uitmaken.
Het komt ons billijk voor, dat het Reglement in
dien geest wordt aangevuld. Ook in art. 5 van het
Reglement zijn, betreffende de uitkeering bij overlijden,
de kostwinners met gehuwden gelijk gesteld.
De Commissie van Overleg voor de Ambtenaren
kan zich met eene zoodanige aanvulling geheel ver-
eenigen.
Door genoemde organisatie is verder gevraagd wij-
ziging te brengen in de uitkeering bij verlof wegens
ziekte aan tijdelijke ambtenaren. Thans is daaromtrent
in art. 9 bepaald, dat het salaris gedurende fen hoogste
een maand kan worden uitgekeerd. Dit geldt dus
zoowel voor hen, die slechts kort in tijdelijken dienst
der gemeente zijn, als voor hen, die reeds geruimen
tijd als tijdelijk ambtenaar werkzaam zijn.