20 MEI 1926.
119
Voorts is spreker getroffen door een punt in het
rapport, waar naar sprekers meening veel te gemak-
kelijk en op te liclite gronden is aangenomen door
de Commissie, dat het steigerwerk in Heemstede zoo
buitengewoon schandalig en slecht zou zijn. Zij gron-
den deze bewering op de meening van een onderge-
schikt ambtenaar bij de Arbeidsinspectie, die naar
spreker verneemt, een partijgenoot is van Jorritsma.
Spreker had wel gewenscht, dat de Commissie eens
een onderzoek had ingesteld bij de betrokken perso-
nen, dan alleen af te gaan op mededeelingen van een
ondergeschikt ambtenaar bij de Arbeidsinspectie. al-
thans spreker moet ronduit verklaren, dat hij dit min-
der goede toezicht niet zoo gemakkelijk wil aanvaarden
als de Commissie. Het eerste punt acht sprekereven-
wel zeer belangrijk en wil er nadrukkelijk op wijzen,
dat we hier nu al zooveel van dat rnedelid hebben'
moeten hooren en altijd op insinueerenden toon, dat
daar noodig eens een eind aan moet komen. Nu
wordt weer van deze Commissie, bestaande uit drie
raadsleden, gezegd, dat twee politiek onbetrouwbaar
zijn en alleen reeds dat aan te hooren, acht spreker
al te erg.
De heer Van Unen zegt, dat de heer Jorritsma bij
zijn inleiding de opmerking heeft gemaakt over de
politiek onbetrouwbaarheid van twee der Commissie-
leden, waarover nadere inlichtingen worden gevraagd
door den heer Baron van Hardenbroek. Spreker zal
gaarne mededeelen, wat het verloop van de eers'e
mededeeling daaromtrent is geweest en hij zal daar-
voor gebruik maken van de notulen der Commissie-
vergadering. In de vergadering der Commissie van
9 Februari 1926 is door den heer Jorritsma medege-
deeld, dat hij van oordeel was, dat deze Commissie
eigenaardig was samengesteld en hij in den Raad al
geweigerd had aan verkiezing van een z.g. eereraad
deel te nertien. Reeds toen heeft hij medegedeeld, dat
het zijns inziens geen manier was om dusdanig 'een
drietal samen te stellen, daar de eene partij 13 stem-
men heeft en de andere 1 stem, waaruit hij de con-
dusie trok, dat hij vooruit al wist, dat deze Commissie
uitgezonderd spreker, dien hij zei te vertrouwen, een
vijandige houding tegen zijn persoon zou aannemen,
zooals b.v. de heer De Boer, die politiek onbetrouw-
baar is, gezien zijn motiveering bij het tegenstemmen
vo°r salarisverhooging voor den Ontvanger. De heer
De Wilde zou ook niet te vertrouwen zijn, gezien
zijn handelingen vroeger in eene kiesvereeniging, neen,
menschen van dit gehalte vertrouw ik niet, verklaarde
de heer Jorritsma, en hij voelde eigenlijk niets voor
deze Commissie.