20 MEI 1926.
120
Spreker heeft als rechtgeaard Voorzitter toen de
opmerking gemaakt, dat de geuite woorden niet ge-
lukkig waren gekozen en gevraagd, waarom hij tijdens
de verkiezing van deze Commissie in den Raad niet
hetzelfde heeft gezegd b.v. dat hij er niets voor voelde
nu de Commissie zoo werd samengesteld. Spreker
heeft hieraan toegevoegd, dat de Commissie niet tot
taak heeft den persoon Jorritsma te vervolgen of op
eenigerlei manier onaangenaam te zijn, doch het haar
slechts om de waarheid te doen is en de politiek er
geheel buiten gelaten moet worden. Aan het slot dezer
vergadering, nadat de heer Jorritsma heeft medege-
deeld, dat hij wil wachten op de goedgekeurde notu-
len, is door dezen, als herhaling van hetgeen hij in
den loop van dien avond al eens heeft gezegd, op-
gemerkt, dat hij verheugd was over de samenstelling
dtr Commissie, terwijl bij nader inzien hem was ge-
bleken, dat alle drie de leden zijn vertrouwen wêl
verdienden, nu hij had gemerkt, dat ze geen voor-
oordeel tegen hem hadden. De ontstemming was dus
geheel weggenomen. Wat de tweede opmerking van
deti heer Baron van Hardenbroek betreft over het
toezicht op bouwwerken, kan spreker mededeelen,
dat de Commissie dat niet lichtelijk heeft nagegaan.
Veel is waar gebleken, wat door dien ambtenaar is
medegedeeld en de Commissie heeft ook in dit op-
zicht de politieke situatie niet onderzocht.
De ambtenaar die de mededeelingen aan de Com-
missie heeft gedaan, kw am namens den Hoofd-lnspec-
teur, die bij hooge uitzondering had toegestaan in dit
geva! aan de Commissie inlichtingen te verstrekken.
De verschillende mededeelingen werden officieel
door staatjes van bekeuringen in onze gemeente be-
vestigd, zoodat zeer gedocumenteerd is aangetoond,
dat het toezicht in deze gemeente niet zoo goed was
als in andere gemeenten. Die verschillende gegevens
zijn aan de Commissie ter hand gesteld en verzocht
is dit onder de aandacht te brengen van Burgemees-
ter en Wethouders, terwijl aan deze mededeelingen is
toegevoegd, dat wel verbetering schijnt te zijn inge-
treden.
Mevrouw De Voogt vindt, dat het geheele onder-
zoek door de Commissie buitengewoon sympathiek is
behandeld.
De heer Tromp zou haast willen zeggen, dat het
beter was geweest, dat Jorritsma tegenover zich had
gevonden polderjöngens, daar hij op een veeltenette
wijze is behandeld en gebleken is, dat al zijn praatjes
leugenachtig waren. Ten opzichte van de beschuldi-
gingen aan het adres van den Secretaris, staat niet in