20 MEI 1926.
121
het verslag, dat als die toevallig met den grondverkoop
geld had verloren, Jorritsma misschien in zijn vuistje
zou lachen. Spreker is van oordeel, datjorritsma geen
begrip heeft van de gemeene en lage manier, waarop
hij is opgetreden en zou naar aanleiding van de op-
merking over het volle pond willen opmerken, dat hij
de gewichten opnieuw zou willen laten ijken en dat
hij in dit opzicht van spreker veel meer had gekregen.
e Commissie is naar sprekers meening wel heel
gemoedelijk geweest en zeker niet te ver gegaan.
Spreker zou in de Commissie voorgesteld hebben,
een onderzoek te Iaten instellen naar beklaagdes
geestvermogens om alie tegenstrijdigheden, die hij
heeit geuit en ten slotte nog wil herhalen. De eerlijk-
he'd heet het, wil hij op de spits drijven, doch spre-
ker meent, dat hij wel eens andere dingen bij de
hand gehad heeft. Spreker begrijpt niet, dat de Com-
missie hem nog zoo net heeft behandeld, watspreker
hier toch tot uiting wil brengen.
De heer Van der Erf zegt, dat hij hieraan niet veel
heeft toe te voegen en alleen de hoop wil uitspreken,
dat dit een les voor de toekomst zal wezen om in
het vervolg voorzichtig te zijn met uitlatingen, die
niet bewezen kunnen worden. Wanneer aangenomen
mag worden, dat het onderzoek dit als resullaal heeft
gehad, heeft dit zeker een goede strekking.
De heer Hilterman zou nog iets willen zeggen over
de mededeelingen, gedaan door den Rijks ambfenaar.
Spreker acht diens houding niet juist, deze had zijn
mededeelingen behooren te doen aan Burgemeester
en Wethouders en heeft schromelijk zijn plicht ver-
za3kt, door dit fe doen aan Jorritsma.
De heer Van Unen zegt, dat die opmerking niet
juist is en voegt daaraan toe, dat een Rijks ambtenaar
geen rapport uitbrengt aan Burgemeester en Wethou-
ders maar wel aan zijn chef, onder wiens bevelen
hij staat.
De heer Hilterman wijst er' op, dat hij toch wel
mededeelingen over minder goede toestanden aan
Jorritsma heeft gedaan, onder wiens bevelen hij toch
zeker niet staat.
De heer Van Unen wijst er op, dat door den heer
Jorritsma was medegedeeld, dat door de Rijks arbeids-
inspectie de opmerking was gemaakt, dat het wel
lijkt, of de gemeente Heemstede saboteert, als opmer-
kingen worden gemaakt. Uit de gedane mededeelingen
door den Rijks arbeidsinspecteur bjijkt evenwel, dat
hij zich nimmer zoo sterk heeft uitgedrukt en alleen
er op gewezen heeft, dat tot voor kort het toezicht
op steigers bij bouwwerken in Heemstede veel te