■HHH 20 MEI 1926. 122 wenschen overliet er is er door dezen ambtenaar alleen op gewezen, dat hier vaker proces-verbaal moest worden opgemaakt dan in andere gemeenten in de omgeving. Op alleszins zakelijke en voorkomende wijze is deze mededeeling gedaan en hem kan daar- omtrent geen verwijt worden gemaakt. Hij heeft zich als ambtenaar correct gedragen en als deze mededee- ling kan leiden tot verbetering, verdient dat allen lof. De heer Van Hardenbroek is blij, deze nadere mededeeling te hebben gehoord. Aan spreker is nu gebleken, dat die ambtenaar niet verplicht was aan Burgemeester en Wethouders omtrent zijn bevinding rapport uit te brengen en uit het rapport blijkt ook, dat hij niets aan Burgemeester en Wethouders heeft medegedeeld, doch wel dat hij zich uitliet tegenover het raadslid of den particulier Jorritsma. Dit lijkt spreker allerminst correct, het had naar zijnemeening alleszins op diens weg gelegen Burgemeester en Wet- houders, als het niet te ambtenaarsachtig weik werd geacht, daarvan in kennis te stellen. Spreker acht het buitengewoon ongepast, dat die Rijksambtenaar er wel een particulier in gaat mengen en Burgemeester en Wethouders er buiten laat. Spreker herhaalt zijn woorden van straks dat het niet correct is, dat een partijgenoot in kennis wordt gesteld zonder Burge- meester en Wethouders hierin te kennen. De heer Van Unen zegt, dat het hem zou spijten, als dit verkeerde idee zou blijven bestaan, men pluist dit werkelijk te veel uit. De Rijks ambtenaar. die hier wordt bedoeld, heeft absoluut zijn plicht gedaan en getracht bij een ambtenaar van de gemeente verbete- ring te verkrijgen. Uit den aard der zaak heeft hij meer te maken met de ambtenaren der gemeente dan met Burgemeester en Wethouders zelf. Ook heeft hij er op aangedrongen de verordening te herzien, om zoodoende afdoende verbetering te verkrijgen. Als daarop niet veel verandering is gevolgd en men ziet, dat er niet veel aan wordt gedaan, acht spreker het niet juist, in zoo sterke bewoordingen afkeuring uit te spreken over een ambtenaar, die de waarschuwin- gen tot verbetering gaf. Spreker wil dan ook gaarne verklaren namens de geheele Commissie, dat deze ambtenaar een zeer goeden indruk heeft achtergelaten en ook dat hij alle moeite heeft gedaan de gemeente- ambtenaren te bewerken, verbetering te brengen in den minder goeden toestand. De Commissie heeft niet den indruk, dat hij tegen den heer Jorritsma iets anders heeft gezegd dan wat in het belang der ge- meente werd geacht. De Voorzitter zou nog een enkel woord van dank willen spreken tot de Commissie en haar Secretaris

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1926 | | pagina 32