Rapport uitgebracht door de Commissie, benoemd in de Vergadering van den Ge- meenteraad van Heemstede van 21 Januari 1926. 20 MEI 1926. GEHEIM. Op 21 Jarmari 1925 werd door den Gemeenteraad van Heemstede, in geheime vergadering bijeen, be- sloten een Commissie in te stellen, die ten doel zou hebben te onderzoeken of en zoo ja, in hoeverre de bezwarende opmerkingen omtrent zaken en vooral omtrent personen, in dienst van de gemeente, welke door den heer R. Jorritsma in de raadsvergaderingen waren geuit, op waarheid zouden blijken te berusten. Tot leden dezer Commissie werden benoemd de Hee- ren H. M. van Unen, W. M. de Boer en L. de Wilde. Burgemeester en Wethouders voegden aan deze Com- missie toe als Secretaris Mr. H. E. Scheffer DeCom- missie koos den Heer H. M. van Unen tot Voorzitter. De taak aan de Commissie opgelegd, was evenmin gemakkelijk als aangenaam, maar werd door ons aan- vaard, omdat wij vervuliing van die taak voor de gemeente noodzakelijk achtten. Het gemeentebelang immers eischt eenerzijds dat de reputatie van de amb- tenaren niet zonder grond aangetast wordt, anderzijds, dat geen ambtenaar, van wien blijkt, dat hij zich aan corruptie heeft schuldig gemaakt, het vertrouwen blijft genieten. Daarenboven eischt de eer van den Gemeen- teraad, dat in zijn vergaderingen geen beschuldigingen geuit worden, zonder dat een onderzoek volgt, zooals ook de eer van het College meebrengt, dat tegen het uitbrengen van beschuldigingen die niet berusten op bewijsbare feiten, gewaakt wordt. De werkzaamheden van onze Commissie zouden dus in ieder geval iets onaangenaams tot resultaat hebben, want öf de op- merkingen zouden gegrond blijken en dan zouden dus corrupfie en andere misstanden aan het licht wor- den gebracht of de onmogelijkheid om de beschuldi- gingen waar te maken zou worden aangetoond en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1926 | | pagina 37