20 MEI 1926.
94
p t j. lo. Een schrijven dd. 17 Mei 1926, van den
Kappori M vgn Unen a,s voorzitter der Commissie
mrnissie benoemd ln jg ggheime Raadsvergadering var, 2L
van Januari 1926, van den volgenden inhoud
onderzoek.
Heemstede, 17 Mei 1926.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
van Heemstede.
ln opdracht van de Commissie, benoemd in de
geheime raadsvergadering van 21 Januari 1926, heb
ik, als haar Voorzitter, de eer U hierbij aan te bieden
15 geteekende exemplaren van het door bedoeide
Commissie uitgebrachte rapport en wel1 exemplaar
voor den Burgemeester, 14 exemplaren te zenden
-zoo mogelijk nog heden met verzoek om ge-
heimhouding, aan elk der raadsleden (behalve aan
ondergeteekende, die reeds een exemplaar heeft).
De Commissie is van meening, dat, waar zij is
benoemd in een geheime raadsvergadering, dit rapport,
tenzij de Raad alsnog anders mocht beslissen, geheim
behoort te worden gehouden, hoewel zij, zooals in
het slot van het rapport medegedeeld, bij monde van
haren Voorzitter, in de eerstvolgende openbare raads-
vergadering een verklaring denkt af te leggen Beleefd
verzoekt zij ondergeteekende daartoe gelegenheid te
geven, b.v. aan het eind van de behandeling van de
ingekomen stukken of op anderen, door den Raads-
Voorzitter te bepalen, tijd.
Ten slotte nog het volgende. Bij een der bespre-
kingen, die de Commissie had met den heer Jorritsma,
is genoemden heer medegedeeld, dat de Commissie
bereid was hare conclusies vooraf aan den heer Jor-
ritsma mede te deelen, om, wanneer zij naar aanlei-
ding van mogelijke opmerkingen nadere overweging
wenschelijk achtte of nader onderzoek, dat alsnog te
doen, opdat alles grondig onderzocht zou zijn.
Toen het rapport in concept gereed was, heeft de
Commissie het rapport inderdaad aan den heer Jor-
ritsma willen voorlezen om, als volgens den heer
Jorritsma niet de goede wegen voor het onderzoek
bewandeld waren of nog andere z.i. bewandeld moes-
ten worden, dat alsnog te doen vöör het eind-rapport.
De heer Jorritsma wilde echter het rapport medenemen
voorlezing wenschte hij niet, dat was hem onvoldoende.
