Verhuur Tuinmanswoning
in Groenendaal.
24 JUNI 1926.
Aan den Raad.
Door het overlijden van den heer A. de Wilde, in
leven „raadgever van Groenendaal", is krachtens de
bepalingen van het huurcontract gesloten overeenkom-
stig artikel 15 der Verordening op het gebruik en
beheer van Groenendaal, vastgesteld in de raadsver-
gadering van 8 Mei 1913, de huur van de vroeger
door hem bewoonde tuinmanswoning vervallen en
verkrijgt de gemeente op 1 Juli a.s. de vrije beschik-
king over deze woning.
Reeds jaren werd deze woning mede bewoond door
den heer D. F. de Wilde en diens gezin, die ons
heeft te kennen gegeven er prijs op te stellen voor-
loopig alhier te blijven wonen.
Voor Groenendaal is het zeker van groot belang,
dat rekening wordt gehouden welke bewoning wordt
toegelaten in deze tuinmanswoning en daarom kunnen
wij er ons volkomen mede vereenigen, dat dit huis
wordt verhuurd aan den heer D. F. de Wilde, die
meerdere malen blijk heeft gegeven de belangen van
de gemeente en de bezoekers van Groenendaal zoo
juist te begrijpen.
Na overleg met den heer D. F. de Wilde hebben
wij gemeend aan Uwe Vergadering te moeten voor-
stellen deze tuinmanswoning met schuur, onmiddellijk
hieraan grenzende bergruimte en plus minus 700 M2
grond gelegen ten Zuiden van deze woning, alsmede
een strook grond aan de Noordzijde van deze woning
over de geheele breedte van het verhuurde ter diepte
van ongeveer 40 Meter aan liern in huur af te staan
voor een bedrag van f5per week, onder bepaling
dat het onderhoud van deze woning, schuur en berg-
plaats geheel komt voor rekening van den huurder.
Aangezien huurder de verplichting op zich wil ne-
men, het geheele onderhoud der gebouwen, die niet
in al te besten toestand verkeeren, voor eigen rekening
te nemen, is het niet ongemotiveerd, dat in de hiervan
op te maken huurovereenkomst wordt bepaald, dat
deze verhuur zal geschieden voor den tijd van vijf
achtereenvolgende jaren ingaande 1 Juli a.s. en met
bepaling, dat de huur stilzwijgend telkens voor een
jaar wordt verlengd indien zij niet ten minste drie
maanden voor het verstrijken van den huurtijd door
een der partijen schriftelijk wordt opgezegd.
In verband hiermede bieden wij bijgaand besluit
ter vaststelling aan.
Heemstede, 22 Juni 1926.
Burgemeester en Wethouders van Heemstede,
J. P. W. VAN DOORN.
De Secretaris,
A. A. SWOLFS.