5 AUGUSTUS 1926.
De Voorzitter schorst de Vergadering.
Na heropening der Vergadering door den Voorzit-
ter wordt door de Commissie van onderzoek bij
monde van den heer C. W. Breed aan de Vergade-
ring medegedeeld, dat zij de stukken heeft onderzocht
en in orde bevonden en dus adviseert tot toelating
van den heer B. Chapon als lid van den Raad.
De Vergadering kan zich hiermede vereenigen, waar-
na de heer B. Chapon door den Secretaris wordt
binnengeleid.
II II. Toelating nieuw raadslid.
Toelating 1 e Voorzitter deelt de heer B. Chapon mede, dat
li j zijn geloofsbrief in orde is bevonden en hij door den
Raad als medelid is toegelaten.
B. Chapon. Qp de vraag van den Voorzitter, of de heer Chapon
den vereischten eed of wel de belofte zal afleggen,
antwoordt deze de belofte te wiilen afleggen.
De belofte van zuivering alsmede de ambtsbelofte
worden hierop door den heer Chapon achtereenvol-
gens in handen van den Voorzitter afgelegd.
De Voorzitter heet het nieuw benoemd lid, den
heer B. Chapon, welkom als raadslid. Het spijt hem,
dat de Burgemeester zelf verhinderd is dit woord van
welkom uit te spreken. Echter doet het hem genoe-
gen, dat hij nu persoonlijk de eer mag hebben de
heer Chapon te verwelkomen Spreker zegt dezen te
kermen ais een flink werker. In de vergaderingen, die
hij onder leiding van den heer Chapon heeft mee-
gemaakt, moest hij steeds diens werkkracht bewon-
deren. Spreker hoopt, dat de heer Chapon ook steeds
zijne beste krachten zal wijden aan het belang der
gemeente Heemstede.
De heer Chapon dankt den Voorzitter voor zijn
vriendelijk woord van welkom.
Hij beschouwt het als een voorrecht te mogen
zitten te midden zijner geachte mede raadsleden en
hoopt, dat hij met hen zal mogen medewerken in het
belang der gemeente Heemstede. Spreker ontveinst
zich niet, dat aan dit voorrecht ook plichten verbonden
zijn, welke hij nauwgezet en ernstig zal trachten te
vervullen, met de krachten welke hem ten dienste
staan en volgens zijne beginselen. Spreker weet, dat
zijne beginselen veel verschillen met die van Burge-
meester en Wethouders en zijne mede raadsleden.
Hij zal liunne beginselen eerbiedigen, doch hoopt,
dat ook de zijne geëerbiedigd zullen worden. Onte-
genzeggelijk zal spreker ook niet altijd kunnen mede-
gaan met de voorstellen van Burgemeester en Wet-
houders of van den Raad, hetgeen zijn richting met
zich brengt, zoodat critiek niet zal uitblijven.