10 DECEMBER 1926. De heer Van Unen zegt, dat men feitelijk geen stukken heeft, waaruit men kan zien, wat zal gebeuren. De' heer Dr. Droog zegt, dat er toch nooit iets mee îs verloren, als men weet, welke onderwerpen de aandacht hebben van Burgemeester en Wethouders. De heer Trornp acht het uiterst moeilijk een oordeel te vormen over een memoriepost, waarvan men de draag- wijdte niet kan overzien, en vraagt, of het geen aanbe- veling zou verdienen de memorieposten maar te Iaten vervallen. De heer Chapon begrijpt uit de memorieposten, dat hieruit blijkt wat Burgemeester en Wethouders in het komende jaar van plan zijn aan den Raad aan te bieden. Spreker juicht dit zeer toe, daar men alsdan een inzicht krijgt van de plannen van Burgemeester en Wethouders voor het komende jaar. De heer Van der Erf is van oordeel, dat al heeft men zich niet tegen een memoriepost verzet, er niets tegen zou zijn, als men later bij de behandeling van een be- paald voorstel daar niet voor is. De heer Jhr. van de Poll, Wethouder, zegt, dat ook zijn opvatting zoo is, dat er niets tegen is, als men later blijkt niet te kunnen meegaan met een voorstel, dat op de begrooting als memorie is vermeld. De Voorzitter deelt mede, dat de opnoeming van de memorieposten als doel heeft dat Burgemeester en Wet- houders daaraan hun aandacht schenken. Deze posten houden verband met wenschen en uitspraken door de vergadering zelf dikwijls naar voren gebracht, terwijl verder werken worden genoemd, waaraan Burgemeester en Wethouders meenen, dat aandacht moet worden ge- schonken. Wanneer er onder deze posten zijn, die abso- luut geen instemming kunnen vinden bij den Raad, dan is het onnoodig daarvoor verdere moeite te doen en de r emeentediensten daannede onnoodig op kosten te brengen. De heer Tromp heeft dit ter sprake gebracht om te voorkomen, dat later niet het verwijt wordt gemaakt, dat hij zich hiermede feitelijk heeft kunnen vereenigen en meent, dat thans zijn bedoeling wel voldoende zal zijn begrepen. Dit volgnummer wordt vervolgens conform vast- gesteld. De volgnrs. 435 tot en met 441 worden conform vast- gesteld. Volgnr. 442. De heer Moolenaar spreekt den wensch uit, dat de doortrekking van de Heemsteedsche Dreef voor dezen zomer tot stand zal kunnen komen. De heer Dr. Droog, Wethouder, hoopt dit van harte. Volgnr. 443. Mevr. Hoekstra vraagt, of het de bedoe-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1926 | | pagina 3