31 17 MAART 1927
Yerbetering Kadijk.
Aan den Raad.
Bij raadsbesluit van 6 Mei 1921, no. 40, werd be-
sloien van nu wijlen den heer A. S. Berg te aanvaar-
den een strook grond langs den Kadijk benoodigd
voor eventueele verbreeding van dien weg. Bij dezen
afstand werd bepaald, dat deze strook grond als tuin
zou rnogen worden gebruikt, zoolang niet tot ver-
breeding van den weg zou worden overgegaan.
De eigenaar had zich verbonden het terrein binnen
een half jaar na aanschrijving van Burgemeester en
Wethouders te ontruimen en op te leveren ter hoogte
van den aangrenzenden weg en de afscheiding te
verplaatsen voor zijne rekening. Verleden jaar heeft
deze oplevering plaats gehad in verband met de ver-
wisseling van eigendom van de achtergelegen terrei-
nen.
Met de afwerking van dat gedeelte weg is geen
haast gemaakt, omdat geen behoorlijke verbinding
kon worden verkregen met den bestaanden rijweg
vanaf de Prinsenlaan zonder beslag te leggen op een
schuur en voortuinen van een tweetal eigenaren aan
dezen weg.
Wij meenden hiertoe niet eerder pogingen te mogen
aanwenden, dan nadat ons was gebleken, dat het al-
gemeen belang verbetering van den bestaanden toe-
stand ging eischen.
Eerst is overgegaan, ter voorkoming van ongeiuk-
ken, dezen weg van het eindpunt der straat voor de
woningen van de Woningbouwvereeniging „de Haem-
stede" voor het rijverkeer af te sluiten, waartegen
ernstig is geprotesteerd. Wij hebben evenwel geen
vrijheid kunnen vinden in het belang van de veilig-
heid van het verkeer tot opheffing van deze afsluiting
over te gaan.
Nadat ons was gebleken, dat bestendiging van dezen
toestand niet raadzaam was, hebben wij opdracht
gegeven overleg te plegen met de eigenaren van den
grond noodig voor de verdere verbreeding van den
Kadijk, waardoor een behoorlijke rijweg zou kunnen
worden aangelegd vanaf den Heerenweg aansluitende
aan den bestaanden rijweg vanaf de Prinsenlaan, zoo-