33
Verbod tot opriehting van
Slaehterijen, Vilderijen en
Penserijen.
17 MAÂRT 1927
Aan den Raad.
Bij raadsbesluit van 26 October 1922, no. 103, werd
met de gemeente Haarlem eene overeenkomst aange-
gaan, volgens welke de Heemsteedsche slagers ge-
bruik kunnen maken van het slachthuis te Haarlem.
Deze overeenkomst is geldig tot 4 December 1927.
Door de hier gevestigde slagers, die geen eigen
slachtplaats hebben, wordt steeds van het slachthuis te
Haarlem gebruik gemaakt.
Ter bevordering van de hygiêne en ter voorkoming,
dat in strijd met de bedoeling van de Vleeschkeurings-
wet, het aantal slachtplaatsen in de gemeente wordt
uitgebreid, komt het ons gewenscht voor te bepalen,
dat is verboden het oprichten van slachterijen, vilde-
rijen en penserijen. De slagers, die thans thuis slachten,
worden derhalve niet verplicht hun bedrijf in het
slachthuis te Haarlem te gaan uitoefenen.
Indien U zich met het bovenstaande kunt vereeni-
gen, noodigen wij U uit over te gaan tot vaststelling
van bijgevoegd ontwerp-besluit.
Wij merken hierbij op, dat bedoeld besluit slechts
van kracht blijft, zoolang de hier gevestigde slagers
krachtens eene overeenkomst hun bedrijf kunnen uit-
oefenen in een slachthuis in een naburige gemeente.
Heemstede, 2 Februari 1927.
Burgemeester en Wethouders van Heemstede,
J. P. W. VAN DOORN.
De Secretaris,
A. A. SWOLFS.