Reehtsvordering. 17 MAART 1927 De Raad der Oemeente Heemstede Overwegende, dat door de gemeente Haarlem tegen de gemeente Heemstede eene burgerlijke rechtsvorde ring ingesteld is, teneinde betaling te verkrijgen van een bedrag ad f 392.24, als restant der ingevolge art 104, le lid der Lager Onderwijswet 1920, verschul- digde uitkeering ad f 1831.95 voor leerlingen uit de gemeente Heemstede, die in 1922 een bijzondere school voor lager onderwijs te Haarlem bezochten, (zijnde reeds een bedrag van f 1439.71 bij voorschot betaald) Overwegende, dat het wenschelijk is, niet in deze rechtsvordering te berusten, doch zich daartegen te verweren, teneinde in deze principieele kwestie eene hoogere beslissing uit te lokken Gehoord het voorstel van Burgemeester en Wet- houders en gezien het advies van den rechtskundigen adviseur der gemeente Mr. J. Deenik BESLUIT zich tegen de hierboven bedoelde rechtsvordering van de gemeente Haarlem zoowel in eersten aanleg als zoo noodig en mogelijk in beroep en cassatie, te verweren. Gedaan ter openbare raadsvergadering van den 17 Maart 1927. De Secretaris, De Voorzitter,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1927 | | pagina 61