17 MAART 32 Hij heeft geccnsfateerd, dat deze man in zijn bedrijf in hooge mate zou worden gedupeerd. Spreker is van oordeel, dat het op den duur beter is, dat al deze slachterijen irj het slachthuis worden onderge- bracht, maar hoopt, dat aan den man genoemd in het adres der Slagersvereeniglng nog billijkheid zal geschieden. De heer Vring deelt mede, dat hij persoonlijk de inrichting van De Reus is gaan bekijken. Het is hem gebleken, dat op 7 Februari 1927 vergunning is ge vraagd tot het oprichten van eene slagerij terwijl reeds eerder vergunning was verleend tot het bouwen van deze slachtplaats. De billijkheid eischt volgens spreker, dat aan dezen man dus ook vergunning wordt verleend tot het oprichten van eene slachterij volgens de Hinderwet. Hij zou er daarom voor ge- voelen de voorgestelde verordening op een zoodanig tijdstip te laten ingaan, dat eerst nog vergunning aan dezen man kan worden verleend. De slachtplaats is immers goedgekeurd door den Directeur van het Slachthuis vervolgt spreker, zoodat het een onrecht zou zijn deze man nu geen vergunning te verleenen op grond van deze verordening. De heer Tromp zegt, dat het niet de eerste maal is, dat de slagerskwestie op een schaaltje wordt ge- wogen. Hij wil er eerstens op wijzen, dat van het thuis slachten geen klachten zijn vernomen, althans hem zijn deze nimmer bekend geworden Wij moeten er aan denken, vervolgt spreker, den middenstand niet te gaan uitschakelen en hij begrijpt ook niet, waarom Burgemeester en Wethouders dien zoo willen fnuiken. Tot heden is alles toch heel goed gegaan. Spreker deelt mede, dat hij zich aan het vervoer van vleesch in Haarlem dikwijls zeer kan ergeren. Waar Burgemeester en Wethouders de inrichtingen naar de verordening kunnen laten inrichten kan spreker nog maar niet inzien, waarom dit slachten aan huis zoo moet worden tegengegaan. De heer Dr. Droog zegt, dat zich heel gemakkelijk weer een principieel debat kan gaan ontw ikkelen over de nuttigheid van een aboittoir of thuis slachten, doch dat de verschillende argumenten reeds vroeger ter sprake zijn gebracht en hij daarover thans niet veel zal zeggen. l'e nieuwe wet geeft verschillende voor- schriften omtrent de inrichting van de slachtplaatsen, maar niet omtrent de stallen in de nabijheid van slachterijen. Wanneer de af te slachten beesten een paar dagen op stal staan, veroorzaakt dit vaak hinder van vliegen en ratten om nog maar niet te spreken van het loeien. De vliegen trekken zich van de voor-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1927 | | pagina 14