21 APRIL 1927.
52
(e herhalen, dat deze totaal overbodig is en hij daar-
.om hoopt, dat dit besluit niet zal worden gesanction-
neerd. Spreker herhaalt, het op dit oogenblik over-
bodig te achten dit geld daarvoor uit te geven.
De heer Jhr. van de Poli, Wethouder, zegt, dat hij
door den heer Vring uit zijn tent is gelokt en daar-
om even wil zeggen, dat door hem dezelfde opmer-
kingen zijn gemaakt bij de behandeling van dit voor-
stel als door den heer Van Unen zijn genoemd. AIs
uiterste concessie heeft spreker zijn stem over dit
voorstel voorbehouden, om eerst af te wachten wat
de meeningen zouden zijn in deze vergadering. In het
praeadvies is hiervan geen melding gemaakt, wat ook
niet noodig werd geoordeeld. De verbetering van de
Blauwe Brug is niet noodzakelijk, doch aangezien de
entree er mooier door zal worden, kan spreker er
wel voor gevoelen deze verbetering door te laten
gaan. Over het principe, zooals dit door den heer
Van Unen naar voren is gebracht, is spreker het eens.
De heer Tromp maakt de opmerking, dat wanneer
het gemeentebestuur het noordelijk deel dergemeente
had verwaarloosd, de annexatie niet zoo vlot van
stapel zou zijn geloopen. Juist deze goede zorgen
hebben gemaakt, dat een naburige gemeente het
roofridderschap heeft aanvaard. Spreker wil de ge-
meente Heemstede waarschuwen voor de toekomst
om niet te veel zorg te besteden aan deze omgeving.
De heer Chapon zegt, dat het eerste geluid van
bezuiniging, dat hij hier en daar hedenavond in den
Raad heeft vernomen, hem niet aangenaam heeft aan-
gedaan. Bij de behandeling van de begrooting is toch
reeds besloten tot de verbetering over te gaan, omdat
dit voor het verkeer noodzakelijk werd gevonden,
terwijl dit nu niet meer noodig zou zijn, Spreker is
van oordeel, dat men thans moet doorgaan met deze
brug te verbeteren.
De Voorzitter zegt, dat er niet van een bepaalde
uitspraak van den RaaJ kan worden gesproken. Er
is een memoriepost op de begrooting uitgetrokken
voor de verbetering van de brug, maar er is bij de
behandeling uitdrukkelijk gezegd, dat hiermede niet
was uitgemaakt dat de verbetering noodzakelijk was,
maar alleen in principe aan deze verbetering aandacht
zou worden geschonken.
De heer Jhr. van de PoII, Wethouder, zegt, een
memoriepost als dezen meer te beschouwen als een
verlanglijstpostje.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt hierna in stemming gebracht en aangenomen
met 10 tegen 5 stemmen.