21 APRIL 1927.
44
in ons Coliege, waardoor ons bestuur den strijd fegen
deze annexatie steeds met moed en blijmoedigheid
heeft gevoerd en het zou dit zeker niet op deze wijze
liebben kunnen doen, als r.iet de Raad achter het
College van Burgemeester en Wethouders had gestaan
en hun werk had gesancfionneerd. Het ligt daarom
zeker op mijn weg, vervolgt spreker, U in het bijzon-
der mijn dank te betuigen voor wat ge in het belang
van de gemeente hebt willen en kunnen doen.
Wel weet ik, vervolgt spreker. dat ge dat niet zoudt
hebben gedaan, als op haar beurt de burgerij niet
achter U stond.
Gij hebt dit kunnen doen, omdat ge overfuigd waart
van de toewijding en den burgerzin der ingezetenen.
Het plan de campagne, hadden wij niet zoo kunnen
opmaken, als wij ons niet gedragen hadden gevoeld
door de sympathie en het saamhoorigheidsgevoel der
bevolking.
Een speciaal woord van dank en hulde wil ik ver-
der spreken tot de ambtenaren voor den grooten
energischen arbeid door hen in het belang der ge-
meenfe verricht. Zonder dien sfeun had het gemeente-
bestuur niet kunnen doen wat het gedaan heeft. Het
is een groote kraclît voor een gemeentebestuur, als
het weet dat allen eenparig arbeiden aan een gemeen-
schappelijk en goed doel.
Het is zeer moeilijk en ook bezwaarlijk iedereen te
bedanken, die onze gemeente bij dit werk hebben
terzijde gestaan en in stilte en kalmte hebben gewerkt
in het belang van deze gemeente, doch een woord
van bijzonderen dank past ons zeker aan de leden
van het anti-annexatie-comité, die eerst onder leiding
van den heer Mr. van der Piaats en daarna onder
leiding van den heer Baron van Hardenbroek van
Ammerstol, zoowel in schrifturen als mondeling trouw
op de bres hebben gesfaan voor de belangen van de
gerneente Heemstede. Hoe allen ook hebben geijverd,
wij zijn niet geslaagd. Dit neemt niet weg, dat wij
dankbaar' moeten zijn voor de uitingen van liefde en
sympathie, die ons kracht en bezieling geven. Gaarne
hoop ik, vervolgt spreker, dat deze gevoelens zullen
blijven bestaan in de donkere tijden, die wij nog zul-
len moeten doormaken voordat ons scheepje door de
bruisende golveri heen een veilige haven zal hebberi
bereikt en wederom zal worden een lichtend punt in
Kennemerland.
De Vergadering geeft door applaus bewijs van in-
stemming met het gesprokene.
De heer Van Unen zegt, dat hij met groofe belang-
stelling en dankbaarheid het gesprokene door den