21 APRIL 1927.
50
voor afkeuring in aanmerking komen in deze ge-
meente.
De Voorzitter zegt, dat dit nader kan worden on-
derzocht als de woningen door den heer Moolenaar
worden opgegeven en in de plaats daarvan andere
huizen beschikbaar zijn.
De heer Moolenaar zegt toe eene opgave te zullen
verstrekken van de woningen, die naar zijn oordeel
voor afkeuring in aanmerking komen.
Dit besluit wordt hierna zonder hoofdelijke stem-
ming ongewijzigd vastgesteld.
XII. Voorstel tot verbreeding van den Oostelijken
vleugel van de Blauwe Brug.
Het advies met ontwerp-besluit luiden als volgt
53. Verbreeding der Blauwe Brug.
De heer Van Unen merkt op, dat hij indertijd bij
de behandeling van den memoriepost betreffende deze
verbetering daartegen reeds bedenkingen heeft geuit.
Spreker heeft zich er over verbaasd, dat thans v/ordt
voorgesteld tot de uitvoering van dit werk over te
gaan en acht het belang hiervan niet van dien aard
om daarvoor zooveel uit te geven. Spreker vindt hel
jammer, dat dit voorstel wordt gedaan en kan zich
daarmede dan ook niet vereenigen. Spreker acht het
wel wenschelijk, dat door de gemeente heel zuinig
wordt gedaan en al is eene dergelijke verbetering
misschien wel wenschelijk, noodzakelijk is zij zeker
niet. De gemeente moet in dit opzicht voorzichtig te
werk gaan en geen meerdere uitgaven doen dan die,
welke noodzakelijk noodig zijn.
De heer Hilterman zegt, dat wanneer de Heem-
steedsche Dreef wordt doorgetrokken, deze scheef
vo'or de brug komt te liggen en dit werkelijk een mal
tiguur zal maken.
De heer Van der Erf acht het uit een verkeersoog-
punt wenschelijk tot deze verbetering over te gaan,
daar het zoo een benarde toestand is. 't Is de toe-
gangsweg voor Heemstede en zooals het nuis, vormt
deze hoek een onmogelijke bocht. Verbetering is niet
alieen wenschelijk, doch volgens sprekers meening
noodzakelijk.
De heer Moolenaar zegt zich te kunnen aansluiten
bij de meening van den heer Van der Erf, dat ver-
betering van dezen toestand noodzakelijk is
De heer Baron van Hardenbroek zegt in zijn ge-
voel nog Heemsteder te zijn en dan zegt zijn Heem-
XII
Verbr.
BI. Brug.