6 SEPTEMBER 1927. 109 Verstrekk. iicbt L.vaartw. Inzage Raadsst. De Voorzitter zegt, dat het hern spijt in twijfel te moeten trekken of de bewoners van de Leidschevaart- weg geen electrisch iicht kunnen bekomen. Spreker deelt mede, dat als de bewoners zich aanmelden voor het verkrijgen van electrisch licht dit met zeer weinig kosten in orde kan worden gebracht. Deze mededee- ling is door den Directeur der Bedrijven bevestigd, aan wien het niet bekend was, dat de bewoners electriciteit voor huisverlichting verlangden. Wanneer zij dit dus vragen, kan daaraan worden voldaan. De heer Vring meent, dat er practische bezwaren tegen bestonden, omdat de lichten van de straatver- lichting automatisch uitgingen. De Voorzitter zegt, dat de huisaansluitingen niet op deze Ieiding zouden worden aangesloten, maar langs de palen dan een nieuwe draad zou worden gespan- nen geheel afzonderlijk van de leiding der straatver- lichting. De heer Vring deelt mede, dat vroeger door den opzichter Oom aan de bewoners is gevraagd, of de menschen aldaar gas wenschten en toen is door de bewoners ook stellig gedacht, dat ze gas zouden krijgen Er is toen ook over electrisch licht gesproken, maar er kon geen aftakking plaats hebben, omdat de draad daarvoor te licht was. De Voorzitter zegt, dat dit op een misverstand moet berusten, aangezien de draden voor de straatverlichting worden gevoed door een klok bij de Zandvoortsche- laan en voor de huisaansiuiting heel eenvoudig een andere draad kan worden gespannen, waarop de huizen aan dezen weg kunnen worden aangesloten. De heer Vring merkt op, dat de heele zaak dus eenvoudig is terug te brengen tot het indienen van eene schriftelijke aanvrage door de bewoners en dan een oplossing zal worden gevonden. De Voorzitter antwoordt bevestigend. De heer Van der Erf dankt voor deze toezegging. De Voorzitter is van meening, dat wei niemand van de raadsleden bezwaar zal hebben tegen het denkbeeld van den heer Van der Erf om meerdere ruimte te bieden voor het kennisnemen van de raadsstukken. In art. 25 van het Reglement van Orde is evenwel voorgeschreven, op welke wijze de leden van den Raad van de stukken kunnen kennis nemen en daarom zou eene wijziging van dit ärtikel noodig zijn om aan de wenschen van den heer Van der Erf te kunnen voldoen. Overeenkomstig art. 42 van het Reglement van Orde dienen voorstellen tot herziening schriftelijk aan den Raad te worden ingediend, terwijl in dit artikel verder is geregeld, op welke wijze een dergelijk

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1927 | | pagina 17