126
17 NOVEMBER 1927
Artikel 8.
Hü i= teeenwoordig bij de vergaderingen van den
Gemeenteraad, van Burgemeester en Wethouders en
desverlangd b j die van Commissiën van den Raad,
en houcit notulen van het in die vergadenngen be-
handelde overeenkomstig de desbetretfen e
reglementen van orde voor die vergadermgen opg -
nomen bepalingen.
Artikel 9.
Hij is verplicht, wanneer hij door den Raad wordj
henoemd tot ambtenaar van den Burgerlijken Stand
de hem als zoodanig opgedragen
verrichten, ook al wordt daaraan geen afzonderlijke
bezoldiging verbonden.
Artikel 10.
Het zal hem niet vrijstaan eenige betrekking te
vervullen, waaraan bezoldiging of geldehjke be'°°n,"|»
verbonden is zonder machtiging van Burgemeesteren
Wethouders, noch eenige andere, die naar het oordeei
van Burgemeester en Wethouders aan de behoorhjke
waarneming van zijn ambt in den weg s aa
Artikel 11.
Hii mag terzake van zijne bediening, nog middel-
lijk nochg'onmiddelliik giften of geschenken onder
welken vorm ook aannemen.
Artikel 12.
Ai hetgeen betrekkelijk de werkzaamheden van den
Secretaris in de reglementen van orde voor de ver-
gaderingen van den Raad, van Burgemeester en Wet-
houdërs en van Commissiën van den Raad bepaald
is of nader bepaald zal worden, wordt gerekend m
deze instructie opgenomen te zijn.