1
26 JANUARI 1928
Bij deze bedragen zijn, evenals dit ook eerder plaats
nad, buiten beschouwing gelaten de uitgaven gedaan
voor de eerste inrichting van de U.L.O. schooî, doch
zijn, in afwachting van vorige jaren, wel medegerekend
de door het Hoofd der school gemaakte reis- en
verblijfkosten voor het instellen van een onderzoek
naar sollicitanten, zulks in verband met het te dier
zake bekend geworden Koninklijk Besluit van 28Juni
1927 no. 28, waaruit blijkt dat deze uitgaven gerang-
schikt behooren te worden onder die bedoeld hi
artikel 55 letter o der wet.
Als grondslag voor de berekening van de gemid-
de'de kosfen per leerling geldt het gemiddeid aantal
leerlingen over 1925. Dit bedroeg voor de openbare
'ager^school 217 3/4 en voor de openbare u.l.o. school
De gemiddelde kosten per leerling bedroegen der-
halve over 1925
a. voor de openbare lagere school f 3022.02 217 3/4
f 13.88;
b. voor de u.l.o. school f 1084.02 28 3/4 f 37.71
Evenals bij de vaststelling van de vergoeding over
1924 zouden wij deze bedragen met f 0.50 per leerling
willen verhoogen voor administratiekosten, welke niet
nauwkeurig uit de gemeenterekening zijn af te leiden.
De gemiddelde kosten per leerling worden daardoor
voor de openbare lagere school f 14.38 en voor de
openbare u.l o. school f 38.21.
Wij stellen U voor deze kosten aldus te bepalen
en de aan de schoolbesturen toekomende vergoedin-
gen vast fe stellen als in bijgaand onfwerp- besluit
vermeld.
Daarin is tevens opgenomen de uit te keeren ver-
goeding voor vakonderwijzers.
ln 1925, het jaar waarvoor de vergoeding gevraagd
wordt, was alleen aan de openbare u.l.o. school een
vakonderwijzeres werkzaam.
Volgens art. 101, negende lid, der wet komen slechts
de overeenkomstige bijzondere scholen voor vergoe-
ding in aanmerking en wel voor een niet grooter
aantal lesuren dan waarover aan de openbare u.l.o.
school in hef onmiddellijk voorafgaande kalenderjaar,
dat is dus 1924, vakonderwijzers werkzaarn zijn ge-
weest. In 1924 is aan laatstgenoemde school van 28
November tot en met 31 December, dus gedurende
vijf weken, een vakonderwijzeres werkzaam geweest
om per week zes uur onderwijs te geven. De beloo-
ning bedroeg fll5.— per jaar perwekelijksch lesuur.