23 FEBRUARI 1928 21
waarvan liet eene bouwwerk vloekt tegen het andere.
Van eenige harmonie is geen sprake. Het is een
staalkaart van disharmonie. Ook Ireft men dikwijls
huizen aan, waarvan het eene of gelijk met sfraat-
hoogte of daarboven staat, met daarnaast een flink
aantal centimeters beneden de straathoogte.
Uit heel de bebouwing blijkt, dat hoogstens geke-
ken is naar elke teekening apart, maar een zien naar
de omgeving waar het onderhavige perceel zou ver-
rijzen, hieraan is geen aandacht geschonken. Is het
niet een schande, dat het mooie Grotstuk totaal be-
dorven is door een bebouwing die eenvoudig ontoe-
laatbaar geweest moest zijn? Zijn op Valkenburg geen
perceelen verrezen, die de oorzaak zijn, dat thans deze
gronden verkocht moeten worden beneden de prijzen
vyaarop men gerekend had?
Is de Heemsteedsche Dreef vanaf de Overboschlaan
tot aan Roozen, niet een bespo'ting geworden van
alle schoonheidseischen? Men heeft teekeningen goed-
gekeurd en toestemming tot bouwen gegeven, maar
deze teekeningen waren geen arbeid van bekwame
teekenaren, doch ontwerpen van prutsers. Dat deze
menschen ziclt tot teekenen bekwaam achten is hun
le vergeven, maar zij, die tot oordeelen geroepen
waien hadden tot taak dit bederf onzer gemeente te
verhoeden hoe staat het verder met de bebouwing
irt de omgeving van de Zandvoortschelaan achter de
Spoorweghalte? Is het niet diep treurig, dat daar zoo
vele foei leelijke huizen komen. En nu zult U mij
loevoegen „Wij hebben thans eenige Amsterdamsche
architecten die mede van advies dienen". Mijnheer de
Voorzitter, dit antwoord zal mij niet bevredigen.
Hebben de Amsterdamsche bouwers hier niet genoeg
bedorven. Moeten de Amsterdamsche architecten dit
i.iu nog eens dunnetjes over doen? Kunnen wij ons
riet beroemen op mannen als Korringa, De Bruyn,
Jonkheid, De Maaker, Nijman etc? Menschen wier
scheppingen wij hier te Heemstede dagelijks kunnen
zien en welker werken alle respect afdwingen. Er is
veel bedorven wat deze mannen gegeven hebben
heeft veel goed gemaakt. Deze menschen kennen de
omgeving, voelen veel voor dorpsschoou en hun
bouwwerken passen zich aan bij den landelijken om-
trek Waarom niet deze menschen als adviseerende
leden aan de Schoonheidscommissie toegevoegd? Ik
wilde in dit verband U nog de vraag voorleggen
Is het niet gewenscht, dat onze bouwverordening eens
op de helling komt? Wordt het geen tijd het bouwen
van houten schuurtjes te verbieden en alleen voor
steenen schuren toestemming te verleenen?