23 FEBRUARI 1928
Wii streven er naar, de gemeente-bedrijven zooveel
mogelijk te vervolmaken, ten voordeele der ingezete-
nen, maar wij voegen er aan toe, dat wij steeds zuj-
len aandringen, dat bij het bepalen van de prijzen, die
voor door de gemeente bewezen diensten worden ge-
vorderd, rekening zal worden gehouden metdefinan-
cieele draagkracht van alle inwoners. lk meer, dat er
in dit opzicht wel iets te verbeteren is te Heemstede.
Voorstellen voor vermindering van gas-, water- en
electriciteitsprijzen zal ik evenwel niet doen, voordat
de financieele regeling met Haarlem haar beslag heet
gekregen.
Wel meen ik nu reeds te moeten wijzen op het
onbillijke dat de muntgasprijs hooger is dan van het
gewone gas. Het muntgas toch wordt wel m hootd-
zaak verbruikt door de menschen met de kleine beur-
zen. Het is niet billijk dat deze menschen die vooruit
inoeten betalen, een hooger bedrag betalen dan de
menschen die op crediet koopen. Het zou zelfs met
rneer dan billijk zijn, als de muntgas-verbruikers een
lageren prijs zouden betalen. Het is mij bekend dat
dit punt in dezen Raad al meer besproken is, doch
ik meen op het onjuiste van deze prijsregeling te
moeten wijzen.
Wij verlangen verder vrijheid van het uiten van de
meeningen op godsdienstig en politiek gebied voor
aile ingezetenen. Wij weten, dat dit recht officieel met
zal worden beknot. Maar mocht het achterstellen van
menschen tengevolge van hun politieke of religieuze
overtuiging officieus voorkomen, dan hoop en vertrouw
ik op een streng afkeurend woord van Burgemeester
en Wethouders en Leden van dezen Raad.
Over de Volksgezondheid zou ik Burgemeester en
Wethouders de volgende vraag willen stellen
Waarom moesten de noodwoningen geplaatst wor-
den bij de vuilnisbelt? lk durf te beweren, dat over
het plaatsen van deze woningen in deze onwelriekende,
ongezonde omgeving veel ontevredenheid in Heemstede
heeft bestaan en nog bestaat. De Afd. Heemstede van
de Sociaal Democratische Arbeiders Partij zag zich
dan ook genoodzaakt den Minister van Binnenlandsche
Zaken en de Volksgezondheidsdienst te Utrecht met
dit feit in kennis te stellen. Het is waar, dat de toe-
stand nu wel verbeterd is, door het wegruimen van
den beerput enz. Toch is de toestand, waar de be-
woners daar vooral in den zomer verkeeren, niet m
overeenstemming met de welvarendheid van onze
Verder zou ik Burgemeester en Wethonders willen
vragen, maatregelen te nemen, dat het badhuis het