23 FEBRUARI 1928 55
Rondvraag.
De heer Schelvis wenscht een woord tot de pers
te richten en haar te verzoeken de namen der raads-
leden in de verslagen van den gemeenteraad juist te
vermelden.
De Voorzitter acht het beter niet op deze plaats tot
de pers te spreken, omdat zij zich niet kan verweren.
Spreker zal hier echter de aandacht op vestigen.
De heer Schelvis wenscht gaarne nog iets te zeggen
naar aanleiding van het rapport van den heer De Boer
over de werkloozen. Spreker kan zich niet vereenigen
met de wijze, waarop de verschillende werkloozen
zijn veroordeeld en vreest, dat de werkgevers deze
menschen daardoor niet meer in dienst willen nemen.
Laat men dan liever de verkeerde elementen verwijde-
deren en de goede behouden. Spreker hoopt voor de
werkloozen, dat wanneer ze komen aankloppen, ze
zonder onderscheid voor werkverstrekking in aanmer-
king zullen komen.
De heer Van Unen zegt, dat de Raad uit dit debat
kan leeren, dat persoonlijke zaken niet in het open-
baar moeten worden behandeld. Dat er wel eens een
hard woord valt, is de schuld van dengene, die de
zaak in openbare behandeling brengt. Wij moeten
hier behandelen de algemeene regelen voor de werk-
loozensteun en zoodra een persoonlijke kwestie aan
de orde komt, moet deze niet in het openbaar worden
behandeld.
De Voorzitter noemt het zeer juist, watdeheerVan
Unen heeft opgemerkt. De Raad kan den heer De
Boer ook geheel vertrouwen.
Mevrouw Bigot vraagt, of de Gemeente Gasfabriek
ook Nederlandsche kolen gebruikt.
De Voorzitter zegt, dat de Gasfabriek in hoofdzaak
Duitsche en Engelsche kolen betrekt, omdat met de
Nederlandsche kolen niet zulke gunstige resultaten
zijn te bereiken, Ook uit een financieel oogpunt is
aan de buitenlandsche kolen de voorkeur te geven.
De heer Van Unen merkt op, dat de Directie der
Staatsmijnen zelf zeer goed weet daf haar kolen niet
geschikt zijn voor gaskolen Spreker zegt, ook een
voorstander te zijn van de bevordering der Neder-
landsche industrie. doch het artikel moet er zich voor
leenen. Spreker's ervaring is het, niet door dik en dun
heen te gaan.
De heer Rijkes brengt in herinnering, hoeveel ellende
tijdens den oorlog is ondervonden met de Neder-
landsche kolen.