23 FEBRUARI 1928
De heer Vring zegt, dat de economie wordt be-
heerscht door de plaats waar de gasfabnek staat. Wi]
ziir. daarom aangewezen op Engelsche kolen, welke
vrachtvrii op het terrein worden gebracht. Op de
tweede plaats, zegt spreker, is de aanbieding van de
Engelsche kolen belangrijk lager dan de handelspri]-
zen van de Hollandsche kolen.
Mevrouw Bigot vraagt, of het niet mogelijk îs, om
de gemeentewerken in eigen beheer uit te voeren ot
deze in het openbaar aan te besteden.
De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt, dat dit laatste
^De" Voorzitter voegt hier aan toe, dat de aanbeste-
ding van het werk in het openbaar geschiedt en în
het bestek de bepaling wordt opgenomen, dat Heem-
steedsche arbeiders het werd moeten uitvoeren.
De heer Van der Erf zegt, zich niet te kunnen in-
denken, dat Mevrouw Bigot naar eigen beheer streeft
omdat hiermede het belang van den arbeider met
gediend wordt.
Mevrouw Bigot antwoordt hierop, dat de gemeente
haar eigen menschen kan gebruiken, wanneer zij het
werk in eigen beheer neemt.
De heer Van der Erf herhaalt, dat het de gewoonte
is dat bij openbare aanbesteding steeds een bepaling
wordt gemaakt, dat zooveel mogelijk Heemsteedsche
arbeiders in dienst worden genomen.
De heer Dr. Droog, Wethouder, merkt op, dat
onderscheid moet worden gemaakt bij eigen beheer
en uitbesteding. Bij den aanleg of de verbetering van
wegen kan de gemeente beter zelf het werk uitvoeren,
dan het uitbesteden. Zoo ook met rioleenng, anders
zou het verkeerd uitloopen. Er wordt hier veel uitbe-
steed, in sommige gevallen is eigen beheer echter
beter Spreker zegt, dat elk geval afzonderlijk moet
worden beschouwd en niet in het algemeen een be-
slissing kan worden genorpen.
De heer De Boer brengt een woord van lof over
de wijze waarop het hooge loof aan den tuin van
den dominee is afgesnoeid. Verder vraagt spreker
tegen den tijd, dat er weer eens sneeuwkomtom het
pad vanaf de Belvédêre wat te verbeteren, door het
aanbrengen van eenig zand, waardoor dan een betere
glijbaan kan worden verkjegen, hetgeen voor de jeugd
een groote attractie geeft.
De Voorzitter zegt, dat dit bij gelegenheid zal ge-
beuren.
De heer Breed brengt in herinnering, dat in het
afgeloopen jaar, naar aanleiding van een desbetreffend
verzoek, de toezegging is gedaan, dat het Schuine Pad