32
26 APRIL 1928
a. voor een week of korter dan een week naar de
hieronder vermelde onderscheidingen
1. Voor vaartuigen gebezigd in de uitoefening van
een bedrijf beneden 15 ton laad- of draagvermogen
25 cent per week of gedeelte van een week
2. Voor vaaituigen gebezigd in de uitoefening van
een bedrijf van 15 ton en meer, 4 cent per ton per
week of een gedeelte van een week
Indien de rechten zijn verschuldigd voor een vaar-
tuig van meer dan 400 ton en degene, die de rechten
is verschuldigd, te kennen geeft gedurende meer dan
7 dagen, doch korter dan 13 dagen ligplaats te zullen
innemen, is in afwijking van dit tarief voor dit tijd-
vak verschuldigd voor elke ton 6 cent.
3. Voorpleiziervaartuigen met een lengfe van
minder dan 5 M. f 0.50 per werkdag;
5 M. doch minder dan 10 M. f0.75 per werkdag
10 M. en meer f 1.— per werkdag
Voor den Zondag, Hemelvaartsdag, 2e Paaschdag
en 2e Pinksterdag wordt dit tarief met 25 cent ver-
hoogd.
4. Voor vaartuigen uitsluitend of hoofdzakelijk als
woning gebezigd een vastrecht van 25 cent per dag,
Voor zoover deze vaartuigen ligplaats innemen in
gemeentewater dat door Burgemeester en Wethouders
speciaal als ligplaats voor woonschepen is aangewe-
zen, zijn voor de eerste veertien al dan niet achter-
eenvolgende dagen per kalenderjaar geen rechten
verschuldigd.
5. Voor houtvlotten of andere zaken drijvende op
het water, of voor voorwerpen die op andere wijze
het openbaar gemeentewater aan het verkeer of aan
den openbaren dienst onttrekken per M2, 2 cent.
In afwijking van het bepaalde bij art. 2 der veror-
dening wordt onder „week" verstaan een aaneenge-
sloten tijdvak van 7 dagen.
b. voor elke maand of gedeelte van een maand
meer dan een week
voor de vaartuigen vermeld onder letter a, 1 f 0.80
voor die, vermeld onder a, 2 per ton f 0.15.
voor woonschepen vermeld onder a, 4 een vast
recht van f 5.—
voor houtvlotten enz. vermeld onder letter a, 5 per
M2, f 0.08.
c. Bij een vergunning voor onbepaalden tijd of voor
een jaar of langer gegeven, voor elk jaar of gedeelte
van een jaar