Uitvoering van raadsbeslui- ten tot het verrichten van burgerrechtelijke handelingen. I 21 JUNI 1928 Aan den Raad. Zooals U bekend is, werd tot dusverre in deze gemeente, evenals in de meeste andere gemeenten de opvalting gehuldigd, dat, evenals alle andere besluiten van den Raad, ook de besluiten betreffende burger- rechtelijke handelingen, als koop en verkoop, huur en verhuur, geldleening enz. krachtens de artt. 70 en 179a der Oenreentewet moeten worden uitgevoerd door den Burgemeester of door het College van Burgemeester en Wethouders. Bij het passeeren van de akten van overeenkomst betreffende koop en verkoop werd steeds bij ieder raadsbesluit afzonderlijk het College van Burgemeester en Wethouders door den Raad gemachtigd voor de gemeente op te treden. Namens dit College traden dan aanvankelijk voor de gemeente op de Burgemees- ter met den Gemeente-Secretaris, terwijl later ook veelal alleen de Gemeente-Secretaris of een der Hoofd- ambtenaren ter Secretarie, als gemachtigde bij het passeeren van akten optrad. Bij arresten van den Hoogen Raad van 19 Decem- ber 1924 en 22 Januari 1926 is echter beslist, dat de uitvoering van burgerrechtelijke handelingen niet wordt beheerscht door de voorschriften van de artikelen 70 en 179a der Gemeentewet. Hoe men ook over deze opvatting van den Hoogen Raad denke, het veiligst zal het zeker zijn door aldus te handelen, dat de rechtsgeldigheid der uitvoering van de raadsbesluiten omtrent burgerrechtehjke han- delingen verzekerd zij. Over de vraag nu, op welke wijze deze rechtsgel- digheid wordt verzekerd, heeft de Directie van de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten advies ingewonnen van Prof. Mr. E. M. Meijers, hoogleeraar te Leiden. Overeenkomstig dat advies, hetgeen voor U ter inzage is nedergelegd, stellen wij U voor, bijgevoegd ontwerp-besluit vast te stellen. Heemstede, 13 Juni 1928. Burgemeester en Wethouders van Heemstede J. P. W. VAN DOORN. De Secretaris, N. VOS.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1928 | | pagina 1