21 JUNI 1928 122 en die, welke in het begin van het jaar zijn gekomen, allen zijn onderzocht. Wel bleek het mogelijk te zijn, dat enkele leerlingen, die in het midden van het jaar zijn gekomen, nog niet onderzocht zijn. Mevr. Bigot wil er, niettegenstaande de toelichting van den Wethouder. toch op aan dringen, dat het onderzoek geregeld plaats heeft. Rpnlantintr De heer Kwak vestigt de aandacht op de beplanling aan de J. C. van Oostzanenlaan. Spreker zegt, dat de J. O. van (-,oornpjes (jaar bijna allen dood zijn. Oostz.laan pe Voorzitter merkt op, dat het wel eens gebeurt, dat men denkt, dat boomen dood zijn, terwijl dit toch niet waar is. Spreker zegt echter, ter plaatse eens te zullen gaan kijken. De heer Kwak vraagt, of het toegestaan kan wor- Bebouwingden dat de Raad kennis neemt van de plannen, die Raadh.pl. ter gelegener tijd voor de bebouwing van het Raad- huisplein zullen worden ingediend. De Voorzitter antwoordt hierop, dat de heer Kwak de zaak wel wat te ver vooruitloopt. Bovendien be- hoort dit niet tot de competentie van den Raad. De heer Dr. Droog, Wefhouder, merkt op, dat de nieuwe rooilijn, die voor het Raadhuisplein zal komen, door den Raad wordt vastgesteld. Op die ontwerp- teekening zullen de raadsleden dan kunnen zien, hoe de toestand daar ter plaatse wordt. Spreker zegt ech- ter, dat het niet in de bedoeling ligt, dat er winkel- huizen op het Raadhuisplein komen. Hoogstens komen er een paar winkelhuizen in den overgang van de Raadhuisstraat naar het Raadhuisplein. De heer Kwak zegt, dat het näet gaat om de rooi- lijn, maar om de winkelhuizen. De overgang, merkt spreker op, kan ook gevonden worden door aanee.n- gesloten bebouwing van woonhuizen inplaats van winkelhuizen. De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt, dat Burge- meester en Wethouders dit ook liever zouden zien, doch om de menschen niet te dupeeren wil het Col- lege eventueel vergunning verleenen om onder be- paalde voorwaarden in den overgang hoogstens twee winkelhuizen neer te zetten. De Voorzitter voegt hier nog aan toe, dat de wel- standseischen eerst nog eens goed bekeken zullen moeten worden. De heer Rijkes merkt op, dat Burgemeester en Wethouders hebben toegezegd te zullen frachten, zooveel mogelijk de bouw van woonhuizen te zullen bevorderen. Volgens sprekers meening gaat het College nu wel eenigszins van dit voornemen afwijken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1928 | | pagina 13