21 JUNI 1928
118
urinoir k- Adres dd- 13 Juni 1928' van Van RheE
v r houdende verzoek te willen bevorderen, dat het
Koedietsl. urjnojrj Sfaande aan de Koediefslaan wordt veiplaatst.
Burgemeester en Wethouders stellen voor, overeen-
komstig het advies van de Commissie voorOpenbare
Werken dit adres voor kennisgeving aan te nemen.
Mevr. Bigot zou het zeer gewenscht achten, wan-
neer deze inrichting werd verplaatst. Aan de overzijde
woont een gezin met 13 kinderen, dat zeer veel last
ondervindt van dat urinoir. Doch niet alleen dit gezin.
zegt spreekster, maar vele andere menschen nemen
aanstoot aan hetgeen daar ter plaatse dikwijls voor-
valt. Bovendien vormt dit urinoir een verkeersbelem-
mering.
De heer Breed noemt de toestand in de buurt van
het urinoir onhoudbaar. Het boschje, dat rond deze
inrichting is geplant, geeft aanleiding tot de meest
obscure voorstellingen. Spreker merkt op, dat de in-
gang is verplaatst en zich nu tegenover een huis
bevindt, hetgeen voor de bewoners zeer hinderlijk is.
De beste oplossing zou zijn, wanneer het urinoir
weer werd neergezet waar het vroeger stond. Spreker
noemt de situatie hier heel anders als bij de IJzeren
Brug, aangezien dit urinoir niet direct aan den publie-
ken weg staat.
De heer De Boer zegt, zich geheel aan te sluiten
bij hetgeen de heer Breed heeft opgemerkt. Spreker
vraagt echter, of het niet mogelijk zou zijn, het
brandspuitenhuisje te vertimmeren en het boschje weg
te nemen, omdat dan misschien tevens tegemoet zou
worden gekomen aan de verkeersbelemmering, die
door dit urinoir wordt gevormd.
De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt, dat de toe-
stand daar indertijd zonder boschje ook inderdaad
niet in orde was, Ter wille van een der bewoners in
deze omgeving, is er toen het boschje gemaakt en is
het urinoir zoo geplaatst, dat men eerst een heele
omwandeling moest maken, om er in te komen. Zoo
is op alle mogelijke manieren aan de bezwaren lege-
moet gekomen. Nu moet het boschje weer weg.
Spreker merkt op, dat men het urinoir toch niet zoo
kan verplaatsen, dat men het niet meer kan zien,
want dan kan niemand het meer vinden.
Het voorstel om het onder te brengen in het brand-
spuitenhuisje acht spreker niet uitvoerbaar, omdat men
dan of wel de uitgang van het brandspuitenhuisje of
van het daarnaast gelegen transformatorgebouwtje zou
belemmeren.
De heer De Boer merkt op, dat het brandspuiten-
huisje toch nöoit meer gebruikt wordt.
