26 Juli 1928.
Art. 18.
1. Aan Burgemeester en Wethouders wordt opge-
dragen de regeling van de verdeeling van het loon
van den chauffeur-magazijnmeester voor zoover dit
komt ten laste van de Brandweer of van het Bedrijf
voor Openbare Werken, nadat zij daarover het advies
zullen hebben ingewonnen van de Commissie voor
Openbare Werken.
2. Voor zoover belanghebbende werkzaam is als
magazijnmeester zijn op hem van toepassing de bepa-
lingen van het Werkliedenreglement en de daaruit
voortvloeiende uitvoeringsvoorschriften.
Overgangsbepaling.
Art. 19.
Zoolang de hiervoor vermelde loonregeling van
kracht is, wordt:
a. aan de op 22 Februari 1923 in functie zijnde
werklieden, jeugdige werklieden inbegrepen, welke
tengevolge van die loonregeling in loon zijn achteruit-
gegaan, het loon uitgekeerd krachtens de laatstelijk
vöör dien datum bestaande loonregeling.
b. voor de onder a bedoelde werklieden, die tevens
werken in den afwisselenden dag-, nacht- en Zondags-
dienst het percentengeld berekend naar het voor elke
klasse bestaande uurloon.
c. voor de onder a bedoelde werklieden de perio-
dieke verhooging eveneens berekend volgens de laat-
stelijk vöör 22 Februari 1923 bestaande loonregeling
en voor zoover zij voor vergoeding van gemaakte
overuren in aanmerking komen, ook deze berekend
naar het voor elke klasse laatstelijk vöör 22 Februari
1923 bestaande uurloon.